terug naar menu
Strijders voor vrijheid en recht


INHOUD
Het dilemma van een verzetskrant
De geschiedenis, de feiten
Geschiedschrijving
“Afschuwelijke beslissing”
Conclusie


Het dilemma van een verzetskrant
Trouw is op 30 januari 1943 opgericht. Ik weet niet hoeveel nummers van Trouw tijdens de oorlog zijn verschenen. Maar ik las afgelopen zaterdag wel: “In totaal hebben 120 mensen hun medewerking aan het illegale Trouw met de dood moeten bekopen.” De Duitse bezetter heeft deze dood, die in strijd is met het recht waarvoor deze 120 medewerkers streden, op zijn geweten, maar toch: het was oorlog en je kunt je (zeker nu: 70 jaar nadien) afvragen of de bijdrage van een illegale krant aan die strijd “voor vrijheid en recht” zo’n groot offer rechtvaardigde, of dat je dit alles grotendeels als “betrekkelijk naïef” moet beoordelen.
Mogelijk zal de krant de komende maanden niet alleen vaker stilstaan bij de “gebeurtenissen die zich in de laatste oorlogsmaanden voltrokken” hebben, maar ook aandacht besteden aan de “ideologie” van het verzet, met name met betrekking tot de samenleving die het verzet na de bevrijding voor ogen stond en in hoeverre die al dan niet, nu 70 jaar later, gerealiseerd is.

De geschiedenis, de feiten
In Trouw was, tijdens de oorlog, een artikel verschenen “Het goed recht van den overval” dat door de Duitsers werd beoordeeld als een rechtvaardiging voor “verscheidene aanslagen en moorden op Duitsgezinde personen”.
Enige tijd later was in de rubriek ‘U moet weten....’ te lezen: “dat het gezin van Rauter in een zwaar bewaakt huis, Ernst Casimirlaan 23 te Arnhem, woonachtig is”.
Later drong Rauter aan “dat 23 medewekers van Trouw, die eerder waren gearresteerd en nu vastzaten in Kamp Vught, voor een ‘Polizeistandgericht’ zouden verschijnen.”
“Het Polizeistandgericht had al op 5 augustus 1944 een onherroepelijk doodvonnis over de 23 medewerkers uitgesproken.”
Uit het artikel van afgelopen zaterdag maak ik op dat de 23 medewerkers van Trouw niet tot de redactie behoorden, dus niet meewerkten aan de inhoud, maar dat het slechts verspreiders betrof.

Geschiedschrijving
“In 1994 hechtte hij (geschiedvorser Ben van Kaam) nog niet zo’n groot belang aan de woede van Rauter over het vermelden van het adres van diens vrouw en kinderen. Twintig jaar later twijfelt Van Kaam er niet aan dat de mededeling in Trouw uiteindelijk tot het doodvonnis van de 23 verspreiders heeft geleid.”

“Tot 1994 is aangenomen dat de kerngroep van het illegale Trouw in augustus 1944 door de Duitse bezetters voor een – duivelse – keuze is gesteld. Als de groep zou toezeggen de uitgave van het blad te stoppen, zouden de levens worden gespaard van 23 gevangen Trouw-verspreiders,...”. Achteraf is gebleken dat er van een keuze geen sprake was, omdat het doodvonnis reeds geveld was. Maar dat was op het moment dat de kerngroep bij elkaar kwam, de leden niet bekend. Zij dachten dus werkelijk een keuze te maken, met alle consequenties van dien. In dat licht bezien is het dus belangrijk te weten welke argumenten men hanteerde om tot die keuze over leven en dood van 23, andere, mensen te komen.

“Afschuwelijke beslissing”
Een lid van de Trouw-groep verwoordde een van de overwegingen als volgt: “We zitten in oorlog, we voeren eigenlijk op papier een oorlog en als je dus als bevelhebbers – zo moest je ons toch wel zien – een bepaalde stelling moet nemen, mag je dan om strategische redenen dat achterwege laten ter wille van de offers, die je zou moeten brengen”. Ik begrijp dat dit een verwoording uit 1968 betreft.
Men leefde toen in 1944 in een soort ‘frontstemming’. Men besefte dat er doden konden vallen, en dat dit een ieder kon overkomen. Maar de keuze waar men toen voor dacht te staan betrof een niet-papieren kogel voor 23 andere mensen. Er waren al eerder mensen gearresteerd of omgekomen, wat tot een reactie leidde als: ‘hij is er ook niet meer’. “En in die stemming kwamen we, door al die arrestaties die plaats hadden. Vandaar: dat een mensenleven niet geldt kan ik niet zeggen, maar dat wij eraan gewend raakten, min of meer, dat was ongetwijfeld waar.”

Conclusie
Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken, dat men voor die afschuwelijke en duivelse beslissing die men moest nemen, niet echt uitgesproken degelijke argumenten had. Men streed mee in – de roes van – een papieren verzets-oorlog voor “de zaak van vrijheid en recht”, waarbij de tegenstander echter ijzerharde tegenmaatregelen niet uit de weg ging.
De schuld van de dood van deze 23 mensen in oorlogstijd lag bij de bezetter, die de trekker heeft overgehaald, maar, helaas – ook ik kan het niet anders zien – lag de aanleiding tot het doodvonnis bij een – onoverwogen en daarom naïeve – mededeling in Trouw.

Ik vrees dat mijn vraag aan het begin van dit opstel, of de bijdrage van deze verzetskrant aan de strijd voor “vrijheid en recht” het offer van 120 mensenlevens wel waard was, helaas ontkennend beantwoord zou moeten worden, ook al is mij onbekend hoe groot de bijdrage aan de werkelijke strijd voor onze “vrijheid” is geweest, alsmede hoeveel artikelen er aan “het recht” waren gewijd, behalve het genoemde artikel “Het goed recht van den overval”. Ik vermoed wel dat de lezers van het blad zich verenigd voelden in hun verzet tegen de bezetter.

Eindhoven, 10 augustus 2014
Theo Bruning



















aangemaakt: 10-08-2014 laatste aanpassing: 06-01-2015