lijst van werken
vorige bladzijde


vorige bladzijde volmaaktheidsideaal is dus, om het zo eens te zeggen, in feite een ’ongeregelde drift’), maar in het met een steeds zuiverder gezindheid stellen van de daden waartoe men bij machte is, van de daden, de negatieve en positieve, die het leven van onze staat ons dagelijks te doen voorhoudt, van de daden die de hand vindt om te doen en die voor de christen geen ander doel hebben dan expressie, vormgeving te worden van de gezindheid: één te zijn ’gelijk Wij’.
    Die onvolmaakte daden (de negatieve en positieve) zijn aanvankelijk zuiver uiterlijke daden. Dit kan vanzelfsprekend zeer spoedig in farizeďsme, d.w.z. in het innerlijk meest corrupte, hatelijke en a-religieuze handelen ontaarden. Maar opgenomen in het oprechte streven om de innerlijke mens te doen samenvallen met de uiterlijke mens, om niet alleen met de uiterlijke daden het ’gelijk Wij’ te zijn, maar ook met de innerlijke, gebeurt er met die onvolmaaktheid en zwakheid en zondigheid iets heel merkwaardigs. Dit merkwaardige, dat die zwakke en zondige mens daardoor meteen iets schoons is. Inderdaad, reeds de onvolmaakte maar strevende mens, wiens goedheid niet meer is dan het nalaten van het niet-goede, dan het nalaten dat hij kŕn zijn, en wiens nalaten nog slechts een daad is aan de buitenkant van zijn mens-zijn, is een waarlijk schoon mens. Hoe schoon hij is, beseft men enigermate wanneer men zich een gemeenschap voorstelt die bestaan zou uit (zwakke, zondige) mensen die allen nog slechts dit eerste weinige bereikbare goede zouden zijn. Reeds het geheel van zulk een gemeenschap het goede doende op dat lage plan van onvolmaaktheid dat ik hierboven omschreef – is iets zo wonderlijk-aangrijpends dat ’de wereld’ eraan zou herkennen dat ’gij Mijn leerlingen zijt’ en dat Hij het leven der mensen is. Het is met dit uitzonderlijk resultaat (als resultaat van het geenszins uitzonderlijke) als met zoveel dat wij terecht bewonderen. Ook de afzonderlijke mens, die in al het onbelangrijke en gewone dat het leven hem op zo velerlei gebied voorlegt, goed zou zijn, en dit op een gewone, niets bijzonders vergende wijze, is een schoon mens, is veel meer en iets essentieel anders nog dan de som van die afzonderlijke onbelangrijke, stuntelig volbrachte daden. De wereld van wetenschap en techniek doet zich in haar bereiken aan ons geslacht voor als een gigantisch en geniaal resultaat, maar dit resultaat is bereikt via vele generaties van talrijke hard zwoegende werkers die vaak niets geniaals vertegenwoordigden en met al de inspanningen van een heel leven niet meer bereikten soms, en soms nog minder, dan dat zij de wetenschap een klein stapje verder brachten – vaak nog door een gelukkig toeval (en dit soms nog in de vorm van een vergissing). Terwijl elk dier werkers als het ware zijn kleinheid demonstreerde, is het resultaat van al die kleinheid iets subliems. En de tallozen die deze sublieme wereld thans in stand houden zijn eveneens slechts bij uitzondering uitzonderlijke mensen (uitzonderlijke geleerden).
    Neen, de onvrede met de actuele realiteit van het godsdienstig leven vindt stellig niet zijn oorsprong hierin, dat de mens – verlangend naar het volmaakte, zoals men zegt – geen vervulling kan vinden in het onvol- volgende bladzijde

150





















volgende bladzijde



aangemaakt: 27-10-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 27-04-2011