lijst van werken
vorige bladzijde


L O F   V A N   H E T   O N V O L M A A K T E / II



3

De eenheid

vorige bladzijde HET is ongetwijfeld juist, de eenheid te verdedigen, en deze te verdedigen als ons hoogste goed; juist is, haar in bescherming te nemen tegen hen die met haar geen ernst maken wegens hun kritiek op ’de objectieve juistheid van aparte beslissingen en beleidslijnen ener plaatselijke hiërarchie’. Even juist is het, dat zij die met deze eenheid ernst maken, een nederig en liefdevol begrip bepleiten voor wat menselijk en zwak is ook in hen die de hiërarchie vertegenwoordigen. Hun verdediging der eenheid is dan als het ware een gebed voor de Overheid. – Toch zou ik hier willen herinneren aan Christus’ woord: ’Ik bid niet voor hen alleen (voor de apostelen, de hiërarchie), maar ook voor allen die door hun woord in Mij geloven’ (de gelovigen en leken). De eenheid als hoogste te bewaren goed moet, zo wil het mij voorkomen, niet enkel een bezinning meebrengen op wat de taak is van de leek ten aanzien van de hiërarchie, maar ook, en niet minder dwingend, op wat omwille van de eenheid de taak is van de hiërarchie ten aanzien van de gelovige. – Er is echter, laat mij dit er aanstonds aan toevoegen, met de eenheid, juist met de eenheid als ’hoogste goed’, een fundamenteel ander en onrustbarender probleem aan de orde dan een gezagsprobleem. Het gezagsprobleem is, hoezeer het hij sommigen de religieuze problematiek en henzelf domineert, in feite slechts een probleem aan de periferie van het menszijn. Want hoe waardevol het gezag en wat met de gezagsverhouding verband houdt, ook is, dat alles is altijd slechts middel. Het is echter nooit het middel dat de mens als mens rechtstreeks en primair vermag te beroeren. Dat doet wel en allereerst het doel, in casu de eenheid, en zeker, zoals we zullen zien, de eenheid die ons ’hoogste goed’ is.
    Doch laten wij, alvorens op dit laatste in te gaan, beproeven te verduidelijken, dat er met het probleem der eenheid een fundamenteel ander en onrustbarender probleem aan de orde wordt gesteld dan het gebruikelijke ’gezagsprobleem’.
    Het is zeer vleiend (en misschien behoeft dat vleiende woord ook in het geheel niet te worden afgewezen), wanneer een Amerikaans instituut als zijn conclusie mededeelt, dat de Kerk even doeltreffend, even rationeel en realistisch functioneert als een concern, en op die wijze eenheid is; maar in geen geval is deze bedrijfstechnische kant van de Kerk een aangelegenheid die de ziel van de mens, die Christus zocht en vond, dieper aanspreekt of vervult, al kan het die mens verheugen, dat de arbeid der volgende bladzijde

144





















volgende bladzijde



aangemaakt: 27-10-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 26-04-2011