(Terug naar: Inleiding)

(Terug naar: KUnieuws)

2.

Jos Joosten 'Fout'

KUnieuws 23 mei 1997 nr. 32

Voor het origineel zie: http://www.kun.nl/kunieuws/nieuws/archief/26/32/joosten.html

 

Tot mijn grote ongenoegen vind ik het verschrikkelijk moeilijk een ongenuanceerde laatste woord te zeggen over een kwestie die met enige regelmaat actueel wordt: schrijverscollaboratie. Met name de katholieke collaborateurs, waarvan er vanwege de Universiteit veel in Nijmegen woonden, zijn problematisch. Voor iemand als Ernest Michel of Gerard Bruning is uit het oogpunt van hun tijd best begrip op te brengen. Tot op zekere hoogte kwam hun keuze voor het fascisme voort uit oprecht ogend idealisme en zelfs regelrechte sociale bewogenheid. Toch is een aantal van hen - naïef of opportunistisch - tijdens de oorlog flink de fout ingegaan en naoorlogs stevig bestraft.

 

Helemaal een moeilijk geval vind ik de Nijmeegse auteur Henri Bruning: die was literair interessant en bepaald niet opportunistisch maar al evenzeer hartstikke fout. Onlangs stond in Hervormd Nederland een interview met zijn zoon Raymund die heden van uitgever naar uitgever dwaalt met het manuscript van zijn studie Henri Bruning: over grootheid en tragiek. Zoals gezegd ben ik nogal tot nuanceren bereid, en in Brunings geval helemaal. De man was veruit de begaafdste van de club katholieke essayisten, heeft zijn schrijfverbod uitgezeten en nadien, voor zover ik weet als enige van de collabo's, in het totaal onverdachte Maatstaf, onder meer na overleg met verzetsman J.B. Charles, uitgelegd hoe hij tot zijn keuze voor het fascisme kwam. Nadien schreef hij nog een Gezelle-biografie, een fijnzinnige bundel essays en Objectief brevier, een boek met een paar erg mooie gedichten.

 

En toch... Elke verdediger van Bruning wijst op Menno ter Braaks lovende woorden voor hem. Maar Ter Braak wees er in 1938 ondanks zijn lof ook al op dat Brunings gedachtegoed gemakkelijk kon uitlopen op "Jodenvervolgingen en soortgelijk fraais". Nu pak ik ook Gelaat der dichters even uit de kast: een bloemlezing "revolutionaire poëzie' uit 1944, samengesteld en ingeleid door Henri Bruning. Daarin roemt hij de dichtende "strijder voor de Nieuwe Orde", die "eenieder frank en recht in de oogen [kan] zien, nú, in 1943". Daarop volgen poëtische pareltjes als "Op mijn zwarte hemd" van Georges Kettmann (net als Bruning 10 jaar schrijfverbod), het uiterst anti-semitische "Beroep op Amsterdam" van Chris de Graaff (7 jaar), Brunings eigen "De Duitsche adelaar" en Miep van der Veldes "Vrijwilligerslegioen Nederland".

 

Zo is het alweer iets moeilijker voor iemand die de nuance zoekt. En de apologie die Hervormd Nederland afdrukt maakt me niet enthousiaster. Interviewer Michiel van Diggelen krijgt mijn handen niet op elkaar met karakteriseringen als: "Bruning was geen meeloper of jaknikker, maar iemand die uit overtuiging voor het fascisme koos". Mij lijkt dat dat grosso modo ook gold voor Goebbels of Goering, maar ik geloof nooit dat dat, indien door de verdediging ingebracht tijdens de Neurenbergse processen, als heel sterk argument à decharge zou zijn beschouwd. Raymund Bruning heeft, voor zover althans af te leiden uit Hervormd Nederland, erg weinig afstand tot zijn vader. Het laatste woord wil ik niet zeggen. Henri Bruning is interessant genoeg voor een gedegen studie.

 



(Terug naar: KUnieuws)

(Terug naar: Inleiding)

Deze
site
is
te
gast
bij
freeyellow logo
en
vandaar
het
volgende: