Grieksche Oudheid. Evenwel: dit levensbewustzijn zelf (van Michel Angelo of Rembrandt) was niet eenvoudig, niet voor iedereen verstaanbaar, evenmin als dat van Vermeer, als dat der Grieksche beeldhouwers, als... een werkelijk levens-bewustzijn überhaupt. Het niet-eenvoudige levensbewustzijn kan niettemin tot een eenvoudig handelen leiden, tot een eenvoudig en begrijpelijk levensgedrag, tot eenvoudige en begrijpelijke levenseischen, en in al deze zaken zijn de bewustzijnsmenschen begrijpbaar, in al deze zaken kan er, tusschen den bewustzijnsmensch en de overigen, een gemeenzaamheid, een gemeenschappelijkheid ontstaan. Maar daar, waar zich hun laatste en diepste vermoeden uitspreekt (datgene dus waaruit die verstaanbare handeling èn die onverstaanbare kunst voortsproten) zijn zij óngrijpbaar — althans voor het meerendeel.
    Hebben wij met het bovenstaande het bestaan en bestaansrecht verdedigd eener kunst, welke voor zeer velen geen reëele levensbeteekenis bezit of zelfs maar kan bezitten, — een volgende maal willen wij trachten het probleem kunst en volk nader te belichten. Want aanvaarden wij het goed recht eener kunst welke het meerendeel der menschen niets zegt, een kunst, welke wij echter niet daarom laatdunkend als waardeloos wenschen afgebekt te zien, — het volk heeft recht op kunst, en op een zeer schoone kunst — vele malen schooner dan die waarmede het thans wordt afgescheept en bedrogen. Ook het volk moet weer tot een schoonheidsverstaan worden „opgevoed”, doch tot een ander verstaan dan degene voorstaat, die het niet verdraagt dat ook een onverstaanbare kunst bestaansrecht heeft. En tevens moet het volk weer zoo worden, dat het zelf een werkelijke kunst (i.c. een volkskunst) kan voortbrengen.
    Ik acht deze laatste problemen zelfs dé problemen. In dien zin, dat (om haar een oogenblik zoo te noemen) de „groote kunst” bij wijze van spreken nooit in gevaar verkeert en dus ook nooit een probleem oplevert (zij vindt wel altijd haar — weinige — verstaanders en haar — weinige — voortbrengers). De volkskunst echter, de kunst van en voor het volk, werd, en wordt nóg, op duizendvoudige wijze bedreigd en vernield, en zoo ook: de ontvankelijkheid van het volk voor een volksche kunst.
















aangemaakt: 19-01-2012 Copyright © 2012 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 11-07-2012