vernietigd mag worden, doch dat door een minder persoonlijke expressie onherroepelijk (ten deele misschien, maar in ieder geval fataal) vernietigd wordt. Zonder een allerpersoonlijkste expressie en een allerpersoonlijkst ervaren zouden wij geen Rembrandt bezitten, maar óók geen Wilhelmus, een volks-lied, waarmede wij uniek zijn onder de volken van Europa; zonder hun allerindividueelste expressie van een allerindividueelste emotie zouden de sonnetten van Kloos thans niet klassiek zijn, d.i. nóg levend, nog even helder en ongeschonden levend als toen zij ontstonden.

     Streven naar een allerindividueelste expressie van een allerindividueelst ondergaan van het leven is een verre van aanvechtbaar of verwerpelijk streven en het resulteert in het tegendeel van onverstaanbaarheid, nl. in een hoogste en helderste verstaanbaarheid, in een meest gave vertolking. De drang tot scheppen is niets anders dan de wil zichzelf (zijn ervaringsleven) zoo helder mogelijk te verstaan en zichzelf zoo helder mogelijk tot uitdrukking te brengen.

    Onverstaanbaar wordt de expressie, welke de kunst is, eerst wanneer de kunstenaar niet meer geworteld staat in de groote levende waarden en problemen van het leven. Dan treedt het verschijnsel op, dat dr Goedewaagen eens definieerde als „oeverloos individualisme”,een spel, ver voorbij het noodlot waarin wij allen gevangen zijn, dat ons allen gemeenzaam is en waarin wij elkaar dus hervinden, herkennen (kunnen). Geworteld echter in de groote levende waarden en problemen van het leven, vertegenwoordigt de individueele (en dan ook altijd allerindividueelste) kunstenaar wat Goethe eens genoemd heeft: een universeel individualisme, en geeft hij het aanzijn aan een kunst, die tegelijk individueel (aan geen ander gemeen) en universeel is, en daardoor klassiek.



















aangemaakt: 19-01-2012 Copyright © 2012 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 06-07-2012