Uit: DE WAAG, 3 APRIL 1941, 5e JAARGANG No. 14, bladz. 218

klik voor vergroting

DEGENE, die zich vergrijpt aan een klasse, vergrijpt zich aan de orde, waarvan een gemeenschap de uitdrukking en een staat met zijn wetten de bevestiging moet zijn. Het plutocratendom is dus niet enkel klassevijand.— vijand in dit geval van het arbeidende proletariaat — maar het is, daar het de gemeenschap als zoodanig ondermijnt en het solidarisme der klassen verstoort, zelfs vernielt vaak, de vijand van de gemeenschap.
     Het protest tegen de plutocratie is dus niet enkel een zaak van het proletariaat, maar even stellig een zaak van de gemeenschap. Niet slechts een klasse, doch de gemeenschap dient verzet aan te teekenen tegen het barbaarsche feit, dat een willekeurige klasse, zonder andere verdienste dan deze twijfelachtige, dat zij de machtsposities eener gemeenschap wist te bemachtigen, zich consolideert tot een oligarchie, die slechts datgene als de levensrechten der overigen erkent, wat haar eigen souvereine machtspositie niet in gevaar brengt.
     Dit protest en verzet der gemeenschap weze uiteraard geen papieren phrase; evenmin vinde het zijn vorm in een veroveren van rechten op een wezenlijk onrechtvaardige orde — en met in stand lating van die orde; het eenige levende en waarachtige protest is de daadwerkelijke strijd voor een nieuwe orde: voor een orde, die, de souvereiniteit van een bepaalde klasse te niet doend, de organische gestalte en de juridische bevestiging is van het beginsel, dat het algemeen welzijn de eenige norm van het gemeenschappelijk en individueel handelen is, dat het algemeen welzijn de grondslag en de ziel van de geheele gemeenschapsstructuur is op natuurlijk gebied.

PARALEL aan het voorgaande, en sprekend nu over de onderlinge verhouding van volken die een organische, d. i. natuurlijke volkerengemeenschap vormen, bijvoorbeeld de Europeesche, kunnen wij het navolgende vaststellen:

     Een Europeesch volk, dat uit imperialisme, d.i. uit machtspolitieke overwegingen en eenvoudig omdat het zich de sterkste machtsposities heeft veroverd, een ander volk van Europa knecht, verdeelt, verzwakt, en zwak houdt, stelt niet slechts een vijandige daad jegens dat volk, maar jegens het Europeesche continent. Het heeft zich losgemaakt uit het solidarisme, waartoe volken, die door het lot op samenwerking werden aangewezen, verplicht zijn; het pleegde verraad aan die orde, waarvan de Europeesche volkeren-gemeenschap de uitdrukking en bevestiging moest zijn; het verloochende en verstoorde de continentale eenheid.
     Het protest tegen een dergelijk vergrijp aan een volk is dus niet enkel een zaak van het volk, dat slachtoffer werd, een zaak van volksche waardigheid en rechtswil, het is een zaak die ook de gemeenschap der Europeesche volken aangaat, het is ook een zaak van „continentale waardigheid” en rechtswil.
     Ook dit protest weze uiteraard geen papieren phrase; het eenige levende en waarachtige verzet is ook hier de daadwerkelijke strijd van volk en volkeren-gemeenschap voor een nieuwe orde: voor een orde, welke, den imperialistischen roofbouw van het eene broedervolk op het andere te niet doend, de uitdrukking en bevestiging is van het solidarisme der continentale volken; voor een orde, die de ontkenning is van het „recht”, dat een volk een ander volk als volk onderdrukt of niet tot zijn volle zelfontplooiing laat geraken; voor een orde, die de ontkenning is van het „recht”, dat een volk, al of niet in samenwerking met andere, uit machtspolitieke overwegingen en door zijn macht, zich vergrijpt aan het grondgebied dat een ander volk rechtens toekomt, aan die volksche eenheid welke niet slechts het levensrecht, maar ook de levenskans van een volk is; voor een orde kortom, die een imperialistisch verleden te niet doet en de rechten der volken herstelt, voor een Europa van volksche, en niet allereerst van politieke staten, van staten die hun bestaan niet allereerst ontleenen aan het politieke machtsspel van derden, maar aan de vitale rechten, de levensrechten der verschillende volken.

HET onrecht, waarop ik zinspeelde, werd gepleegd aan het volk der Nederlanden, aan het Dietsche volk. Het is ongehoord, een nog altijd verbijsterend feit, dat een volk als het Dietsche en met een

218

















aangemaakt: 19-01-2012 Copyright © 2012 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 03-02-2012