Want, o, ’k zweer ’t U, in toekomstige tijden
Wordt weer het Noorden en het Zuiden één,
Als gij maar trouw de Fransche zwakheid mijden
Blijft als een gif, dat opkruipt door Uw leên.
Wees sterk, dan worden weer ’t Zuiden en ’t Noorden
Eén zelfde melodie met verschillende woorden.

     En met Prosper van Langendonck zong Vlaanderen vervoerd het antwoord:

Germanjers, ja, — maar Vlaamsche Nederlanders:
Déés naam verbeeldt ons wezen, zegt ons doel.
Licht vechten we eenmaal rond dezelfde standaards,
Want waarheid wordt der Dichtren voorgevoel.

O! Hollands, Vlaandrens ziel zijn één, — hoe anders
’t Een schijn ook spiegelde — en, in ’t strijdgewoel
Gelouterd, daagt, trots veete en tegenstanders,
Dwars door des tijds onstuimige gejoel,

Eens ’t Groote Nederland, in reine glorie,
— Vlaandrens rijk hart en Hollands stoeren kop —
Hoog stijgend, in den goudglans der victorie,
Boven der menschheid wijde deining op.

En doet weer, uit het kloekgepaarde streven,
De Macht, de Kunst, den Roem van Vondels's eeuw herleven.


(Tekst radiotoespraak 26 Maart '41)

HENRI BRUNING
















aangemaakt: 19-01-2012 Copyright © 2012 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 03-02-2012