en zij vergeet datgene waartegen zij strijdt, zoodra een klein feit schijnt te bevestigen, dat het leven nog niet zóó beroerd is. Zij vergeet niet slechts, zij wil niet anders dan vergetelheid zijn: omdat zij geestelijk noch moreel tegen n’importe welken bitteren ernst, hetzij van een noodwendig gevecht, hetzij van een catastrofaal-ontwricht tijdsgewricht, gewapend is.
     De massa gelooft pas in een politieke en revolutionnaire waarheid, zij is een waarheid pas „trouw”, als deze waarheid zich glorieus heeft gemanifesteerd en bevestigd in glorieuze feiten, d.w.z.: als de revolutie reeds grootendeels is gebeurd en haar de vruchten in den schoot gaan vallen, dan gelooft de massa in de revolutie, in degenen die haar leidden, in.... ach ja.... in zichzelf. Daarvóór g e l o o f t ze niet; daarvóór gelooft ze n i e t s. Tot dán bouwe men dan ook niet óp de massa, tot dan (en altijd) bouwe men vóór de massa (ook tegenin die massa). De massa is er niet om voor een groote revolutionnaire waarheid op de bres te staan; de waarheid en zij die haar tegenwoordigen zijn er veeleer om voor de massa op de bres te staan. De massa dient geen waarheid, de waarheid dient de massa, mits een sterke, soldateske hiërarchie die waarheid dient. Het heil der massa is niet, dat zij een waarheid gelooft, maar dat zij een waarheid volgt, en dat zij gelooft die waarheid „overtuigd” te volgen….

HENRI BRUNING
















aangemaakt: 19-01-2012 Copyright © 2012 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 20-01-2012