lijst van werken
vorige bladzijde




De daden die ik stelde, en mijn schoonste dromen,
zij zijn voorbij, zij hebben niet bevrijd: als ’t dier
– het weidend vee, ’t gevogelte der bomen –
zo vroom en vrij en schoon en in zichzelf volkomen
werd nooit een lichaam en werd geen der zaalgen hier.

ons bleef slechts de volkomenheid, die wij ons dromen,
o onvervulden tussen ziel en dier . . .

















12






















volgende bladzijde
inhoudsopgave


aangemaakt: 04-10-2000 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 06-03-2010