lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde of der volken) van het beginsel dat aan die verscheidenheid ten grondslag lag.

4

Gonda, ,Inl. t. h. ind. d.’ p. 295. ,,Zijn ware wezen”, ,,zijn taak op aarde”... Hoe merkwaardig anders zijn deze woorden dan de termen van Teilhard de Chardin: ,,hun verregaande lijdelijkheid en hun afgewendheid van de aarde”, wat dan weer oorzaak is van (ach!) hun onvermogen ,,de aarde op te bouwen”! In verband met dit ,,onvermogen” moge ik herinneren aan de volgende woorden van Edward Conze, overgenomen uit de duitse vertaling van ,Buddhism, its Essence and Development’: ,,... der gesunde Menschenverstand wird dabei bleiben, dass eine solche weltabgekehrte Haltung vielleicht das Zeichen eines hochstehenden, vornehmen Charakters sei, aber sich sicherlich nicht für einen Menschen eigne, der nun einmal gezwungen sei, in dieser Welt und auf unserer Erde zu leben. Wir sind heutzutage alle, bewusst oder unbewusst, Anhänger Darwins, und die Aussicht einer weltabgekehrten Lehre, den Kampf ums Dasein zu überleben, scheint uns erschreckend gering. Wie könnte sie sich je auf der Erde behaupten? Aber die historischen Tatsachen scheinen dem gesunden Menschenverstand in storender Weise zu widersprechen. Die buddhistische Gemeinschaft ist die älteste religiöse Institution der Menschheit. Wenn man von der verwandten Sekte der Jainas absieht, hat sie eine längere Lebensgeschichte als irgendeine andere menschliche Einrichtung. Auf der einen Seite stehen die grossen, furchterregenden Reiche der Geschichte, geschützt von unzähligen Soldaten, Kriegsschiffen und Beamten. Kaum eins von ihnen hat länger als etwa drei Jahrhunderte Bestand gehabt. Auf der anderen Seite haben wir eine Vereinigung von Bettlern, die, mit voller Ûberlegung, Armut höher schätzten als Reichtum; die sich geschworen hatten, andere Wesen nicht zu verwunden oder zu töten; die verachteten, was die Welt hochschätzte; die hochschätzten, was die Welt verachtete – Sanftmut, Freigebigkeit, untätige Betrachtung. Aber während die mächtigen, auf Habgier, Hass und Täuschung aufgebauten Weltreiche nur gerade ein paar Jahrhunderte Bestand hatten, hielt der mächtige Impuls der Selbstverleugnung die buddhistische Gemeinschaft über 2500 Jahre zusammen”(p. 23).

5

In zijn ,Christus, Sacrament van de Godsontmoeting’, rept E. Schillebeeckx O.P. weliswaar van de aanwezigheid van ,,enkele godsdienstige hoofdmotieven” in de heidense religiositeit (welke motieven dan verder onbesproken blijven), maar ook hij schetst de heidense religiositeit zo exclusief als iets beklagenswaardigs, dat men niet aan de indruk ontkomt dat hij a) met zijn Ezechiël-citaat (p. 20) eigenlijk zijn innigste overtuiging aangaande het heidendom suggereert, b) dat die sombere visie nodig volgende bladzijde


230














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 29-07-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 14-10-2014