lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde tieven tot haar gewend, maar: met het evangelie. Met dat evangelie heeft Hij niet alles gezegd, Hij heeft duidelijk zeer veel verzwegen nog, voorbehouden aan de meer gerijpten, of aan de onderrichting van de H. Geest wanneer Hij zou zijn heengegaan; nergens echter heeft hij de buitenkant van het menselijk geweten aangesproken, steeds daarentegen deszelfs binnenste binnenkant: de ziel. Tot die in iedere mens aanwezige ziel heeft Hij zich gericht: ,,Wat uit het vlees geboren is, is vlees” (Joannes 3, 6), en met die woorden heeft Hij ook al die buitenkant-imperatieven en het daarin besloten hoogmoedige oordeel over wat de mens is en kan, als onwaarden afgewezen. En het is de grootheid en zuiverheid van het boeddhisme, dat het zich, zoals ik reeds opmerkte, ook voor die hoogmoed behoed heeft. Naarmate het christendom zich meer instelt op de buitenkant van het geweten, wordt het christendom voor het geweten, de ziel, ook onleefbaarder.

Het moge nu ook duidelijk zijn welke consequenties er aan de grondverhouding, die de vergelijking van het zuurdesem kenbaar maakte en Christus’ apostolisch handelen met ieder woord bevestigde, verbonden moeten worden m.b.t. degene die Christus’ plaatsvervanger onder de mensen is, en verbonden moeten worden m.b.t. diens priesterlijk subs. apostolisch, missionair handelen. Is Christus’ woord het pure zuurdesem, – m.b.t. de apostel, de missionaris kan aanwezig-zijn-als-zuurdesem niets anders betekenen dan: zichzelf zuiveren en laten zuiveren tot een al zuiverder zuurdesem, d.w.z. zichzelf onbevreesd en ootmoedig, onderworpen en onbevangen voor Gods woord openstellen om het in het eigen woord, benaderend, te kunnen zijn. Het is Christus’ waarheden in zichzelf opnieuw voortbrengen en laten voortbrengen en met het eigen leven daarvan de gestalte willen zijn. Het is het willen kennen en doen kennen, beminnen en doen beminnen van de vraag-aan-de-mens en de gave-aan-de-mens die God in Christus’ woord geweest is. Zuurdesem-zijn is, aldus, een heenwijzen en heenleiden en binnenleiden, altijd weer en met alles, naar en in dát woord, dat het zuurdesem bij uitstek is. Het is, in navolging volgende bladzijde


203














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 29-07-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 29-08-2010