lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde Oorsprong, gaan”. Is dat de grootheid van de mens, het is ook de tragiek van de mens, de grootheid en tragiek van de christen, de grootheid en tragiek van de missie.
Men moet deze beide aspecten der menselijke situatie – het niet geheel bereidheid zijn te ontvangen; het niet zuurdesem zijn in zijn puurheid – niet enkel, en niet vóór alles zien als bevestiging ener menselijke verdorvenheid. Zij illustreren een tragische, en niet allereerst een verdorven, en minder nog een demonische situatie: de tragische situatie van de religieuze mens. Ontegenzeggelijk: als satan reëel strijdt en blijft strijden om de christen aan Christus te ontrukken, dan strijdt hij, zoals ik reeds opmerkte, uiteraard ook in iedere religieuze niet-christen om diens wil tot het goede te misvormen en de voltooiing van de praeparatio evangelica te verijdelen. De niet-bereidheid van de goede mens om het woord Gods te ontvangen is daartoe echter niet te herleiden. Evenals het christendom in de historie van zijn waarheidsverstaan en waarheidsleven onontkoombaar onderworpen bleef aan de wetten van het leven (van misvormd, uiterlijk, verduisterd begrijpen), wetten die in de natuurlijke beperktheid zijner menselijke vermogens hun oorsprong vinden, zo is ook de religieuze niet-christen met betrekking tot zijn – schone – waarheden aan die wetten onderworpen. Ook dát verduisterd waarheidsleven kan hij zijn wanneer Christus’ waarheid, die voltooiing is van zijn waarheden in hun zuiverheid, hem verkondigd wordt. En daarnaast zijn er ook, ik schreef het reeds, zeer nobele, zuivere, tevens hevige, weerstanden die hem, de religieuze niet-christen, voor Christus’ waarheid schier ontoegankelijk maken: het weten van de goedheid en schoonheid van zijn eigen religie; de onduldbare schennis die voor hem het relativeren, subs. ondermijnen van zijn waarheidswereld door een van buitenaf komende religie kan worden; etc. Het afwijzen gaat veel dieper dan het verwijt dat de missie een verlengstuk is van het kolonialisme. Ook als haar dat verwijt niet, of niet meer, kan gemaakt worden, resten er machtige weerstanden, weerstanden die hun voedingsbodem vinden in wat de niet-christen religieus is. En tenslotte is er nog dat andere feit, eveneens inherent aan de menselijke situa- volgende bladzijde


200














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 29-07-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 29-08-2010