lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde mag) accepteren, of negeren, – niét als men op die geschriften van vergelijkende godsdienstwetenschap missionaire verwachtingen bouwt. Want zoals ik reeds opmerkte: de missionaire godsdienstwetenschap, welker opgaaf het is de niet-christelijke godsdiensten op de daarin aanwezige lichtsporen te onderzoeken, impliceert de wil het reeds aanwezige waarheidsverstaan anders te doen verstaan, vollediger, zuiverder, en dit met het oogmerk de ander uit zijn waarheidswereld weg te voeren, weg te ,,leiden” naar het waarheidsverstaan van een andere (i.c. christelijke) religie. Of men wil of niet, men grijpt in, als vreemde, als binnendringer, als meerdere, als ondermijner, in datgene wat voor de ander de orde van het goede leven en de vormkracht ener cultuur (van eeuwen) is. Men kan hiertegen niet aanvoeren, dat men niet wil ondermijnen, dat integendeel de missionaire godsdienstwetenschap beoogt de niet-christen juist het ware wezen van zijn waarheidswereld te doen kennen en hem deze te doen behouden, maar voltooid en vervolmaakt tot haar volheid, want zo ervaart de niet-christen het niet, vanzelfsprekend niet, en, noodlottiger, deze hoogste zending (of moet ik zeggen: deze minst nederige) kan men voor de ander ook niet waarmaken. De ander ervaart de missionaire godsdienstwetenschap als de stem van een andere religie die hem, zonder enig waarneembaar recht, naar die andere religie wil wegvoeren. De onrust waarmee de niet-christen zo vaak het meest heilige van zijn religie verbergt, is geen schuw en schuldbewust verbergen, zoals de missionaris vaak meent, maar het vanzelfsprekend verzet reeds tegen het feit dat een vreemde de heilige grond van zijn leven betreedt d.i. met een voor hem onheilige nieuwsgierigheid, of met voor hem onheilige bedoelingen, ontwijdt. Hoeveel meer nog moet een poging, hem van die heilige grond wég te voeren (hoe bedekt, zonder hoogmoed en in nederige liefde ook ondernomen), voor hem ontwijding, vernedering, oorzaak van misprijzen en afkeer zijn. En in hoeveel sterker mate moet dat zich bezighouden met zijn waarheidsleven een ,,steen des aanstoots” voor hem worden, als de niet-christen voortdurend het duidelijk besef heeft, dat men volgende bladzijde


151














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 29-07-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 26-08-2010