lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde ,,niet meer bepalend (is) voor, of vormend inwerkt op ons geloofsbewustzijn en ons christelijk leven" 1) Ook zou het wel kunnen, dat, terwijl wij als het lichtspoor ervaren wat aan St. Thomas verwant is, hét lichtspoor zich bevindt waar die niet-christelijke religiositeit verwant is aan die van Eckhart, – waaraan wij dan gedoemd zijn voorbij te gaan omdat ook Eckhart een verwaarloosde, onuitgewerkt gebleven kant van het christendom is. En als het waar is (en wie betwijfelt het?), dat er zich in de apostolische en oerchristelijke visie op het heilsgoed tengevolge van het abstracte, speculatieve en juridische denken van het latijnse Westen spiritualiserende verschuivingen hebben voltrokken, waardoor het geloofsleven en het waarheidsverstaan zeer wezenlijk zijn verarmd en wel zó, dat talrijke fundamentele begrippen een fundamentele herziening behoeven, dan kunnen we daaruit nogmaals afleiden hoe grondig wij, die reeds met betrekking tot onze eigen waarheden tot zulke misverstanden in staat waren, de religies en het waarheidsleven van het Oosten kunnen misverstaan. Ja, het zou wel eens kunnen – het is niet zó onwaarschijnlijk – dat wij eerst dan tot een meer wezenlijk verstaan van de niet-christelijke religies kunnen geraken nadat zich in ons denken de wending heeft voltrokken van het abstracte denken naar het concrete, van het speculatieve naar het historische en van het spirituele naar het psycho-somatische d.w.z. eerst nadat die wending vlees en bloed is geworden. Op het ogenblik echter zijn we nauwelijks verder dan dat we de noodzaak van die wending vaag inzien.
Maar afgezien van deze onzekerheden aangaande de goddelijke lichtsporen. Het heeft zin i.v.m. het nieuwe missionaire denken en de daarmee gepaard gaande nieuwe illusies of perspectieven, zich hier ook meer in het algemeen de onbetrouwbaarheid van het wetenschapsoordeel bewust te blijven. De wetenschap om de wetenschap kan haar onbetrouwbaarheid als onvermijdelijk sine qua non sereen aanvaarden; de wetenschap in functie van het handelen, en van een zo ernstig en essentieel handelen als volgende bladzijde


1) Men vergelijke voor het in deze alinea gezegde ,Augustinus en de re-integratie van theologie en geloofsverkondiging’ door Dr. E. Hendrikx O.E.S.A., 1952.


140














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 29-07-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 24-08-2010