lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde kwetsends heeft. Men wil het diepste waarheidsverstaan – dit meest intieme, meest persoonlijke en heiligste bezit van de mens – doorgronden, binnendringen, en dit met de (i.c. ook letterlijk) uitgesproken bedoeling dat waarheidsverstaan anders te doen verstaan, het te gaan leiden, richten en, in zekere zin, ,,in handen te nemen”. Men wil ingrijpen in datgene wat een leven gevormd, gesterkt, vertroost en verblijd heeft, dat de ziel, de zin, de levens-kracht van het menselijk bestaan is geweest, datgene waaraan het leven, niet alleen van de afzonderlijke mens maar van een geheel volk eeuwenlang alles, ook gans zijn cultuur, te danken heeft. Men nadert, zo wil ik zeggen, die heilige grond welke de mens niet door anderen betreden wil zien (en die men ook niet anders dan ontschoeid mag betreden). Te meer wordt dit als onverdragelijk ervaren omdat het geschiedt met, hoe dan ook, een besef van meerderheid, met de gedachte ook, dat men de ander, diens denken en voelen, doorziet en er a.h.w. de kwetsbare plekken van gevonden heeft, en gevonden heeft: ,,hoe men hem moet aanpakken”.
Men zal antwoorden, dat dit kwetsende onvermijdelijk is. Immers, als men aanneemt dat de geschiedenis der niet-christelijke volken een praeparatio evangelica is, dan moet men ipso facto ook aannemen dat het evangelie het meerdere is en zijn verkondiger als meerdere verschijnt, hoe nederig en in welk diep besef van eigen nietswaardigheid hij ook optreedt. Als de niet-christen zulk een geschrift als kwetsend en vernederend ervaart, dan is de schrijver ervan kwetsend en vernederend op dezelfde wijze als Christus dit noodzakelijk was en hij is dan een steen des aanstoots om dezelfde reden als Hij. Hij die zei ,,Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven” kon het krenkende van dit woord niet ontwijken, en hij die in Zijn naam spreekt kan het evenmin. Ja, zonder het besef een waarheid te verdedigen die voltooiing en vervolmaking is, zou er voor de missionaris-geleerde in het geheel geen reden zijn als bode van het Heil werkzaam te zijn.
Toch is er wel enig (fundamenteel) verschil. Christus kon zeggen: Ik ben de Waarheid. De mens kan dit niet zeggen. De mens volgende bladzijde


138














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 29-07-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 23-08-2010