lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde maaktheidsfarce. De vormen worden doel op zich, lege vormen-dienst, tyrannie, camouflage van de werkelijke gevoelens, en voor de innerlijk verdorven mens een wapen, etc. Het Diesseitsgeloof wordt overgave aan de blijdschappen der aarde. De keten van oorzaak en gevolg, die in feite tot de hoogste inspanningen moest bewegen, wordt berusten, een stilstaan in de onvolmaaktheidsfase die men is en waaraan men geen schuld heeft, een zichzelf vrijspreken in het weemoedige weten van het noodlot van de mens en de tragische eenzaamheid van zijn bestaan. Het geloof dat alles wórdend is en een ,,onderweg” wordt berustend (of cynisch) vertrouwen in een volgend bestaan, een volgende incarnatie. Van het berouw, dat slechts in de vorm van het doen bestaat, rest zonder dat doen niets meer. – En het wordt dan begrijpelijk, dat de Japanner wel aanleiding geeft te spreken van een ,,gedistingeerde” aversie, van een elegant, zwevend, pseudo-religieus estheticisme. Want dat houdt men over als zijn specifieke ontaarding wanneer aan datgene wat hierboven als karakteristiek voor de japanse religiositeit werd opgesomd, de waarachtige religiositeit ontbreekt.
Evenwel: deze mogelijk bij velen zich manifesterende keerzijde kan men niet, zoals Van Straelen doet, en zo luidruchtig en hardnekkig doet, vereenzelvigen met het wezen van het japanse boeddhisme. Het is de keerzijde (één keerzijde) van een in oorsprong en wezen diep religieuze deernis en verlossingswil, – die slechts daar tot pseudo-religie leiden waar elke religie kans loopt pseudo-religie te worden, en dit op de voor elke religie specifieke wijze. Ook het westerse christendom heeft als keerzijde zijn specifieke ontaardingen, maar het is absurd het met die uitwerkingen te identificeren.
Maar er is nog een andere keerzijde. Want ook de massa is iets anders nog dan onbegrip, onwil, zelfzucht of het genivelleerd product van een in materialisme verwilderende overgangstijd. In diezelfde grote menigte leven ook de velen met hun natuurlijke eenvoud en goedheid des harten, de velen die in de grond geen ander verlangen koesteren dan – hoe primitief het ook wordt begrepen en gedaan – menswaardig, menslievend te leven. Op volgende bladzijde


125














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 29-07-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 22-08-2010