lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde lijk weliswaar, met inachtneming van zijn actuele mogelijkheden, maar toch, door de mens-zelf. Er is geen ander die dit voor hem doet, er is geen hulp van buiten, of van boven.
Ook de niet-uitzonderlijke mens, de gewone mens, de mens met zijn beperkt begrip, zijn beperkte begaafdheden, zijn verwarrende hartstochten en de noden van alledag waarin hij verstrikt is, moet daarom daadwerkelijk de weg der zelfzuivering betreden; ook hij moet, van meet af, in dat proces van zelfzuivering en wereld-vernieuwing reëel zijn opgenomen, zij het dan nog slechts aan de periferie ervan. Evenwel: voor diezelfde niet-uitzonderlijke, ,,eenvoudige” mens is Boeddha’s leer van oorzaak en gevolg niet te begrijpen; zijn leerstuk van ,,het leven als lijden en kwelling” (reeds dit vertrekpunt) heeft voor de eenvoudigen weinig aantrekkelijks. Ondanks al hun ontberingen blijven zij, deze geharden in ’s levens strijd, geneigd het leven als een heilgoed te beschouwen, zoals Hille Ris Lambers in dit verband opmerkte. – Het boeddhisme heeft op dit probleem meer dan een antwoord gegeven, maar het japanse Zen-boeddhisme gaf er, meen ik, een geheel eigen, zeer afwijkend, verrassend oorspronkelijk en ongewoon scherp doordacht antwoord op. Een vergelijking moge een en ander verduidelijken.
Het christendom vergt van de innerlijk nog onverstorven, ongevormde, nog aan zijn begeerten uitgeleverde mens niet, zich te gedragen als de monnik die zijn verstorvenheid en innerlijke stilte is. Het acht een uiterlijk levensgedrag dat de expressie, de vormgeving van het zedelijk volmaakte leven is van geen waarde – veeleer van onwaarde – voor degene die deze innerlijke gesteldheid mist. Het Zen-boeddhisme oordeelt hier anders over. Anders dan het Westen wijst het de middelmatige mens niet aan op de omgangsvormen van de burgerlijke fatsoensmens (terwijl hij vrij is zich grover nog en minderwaardiger te gedragen), maar op omgangsvormen die uitdrukking geven aan innerlijke harmonie, eerbied, reinheid, stilte, d.w.z. aan datgene wat alleen de wedergeboren mens verworven heeft en is. Van Straelen, het gedrag der Japanners karakteriserend, spreekt – al te snel geergerd – van een ,,geest en atmosfeer van kunstzinnige kalmte volgende bladzijde


115














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 29-07-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 21-08-2010