lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde van het boze is in hem: de mens is alleen zichzelf Alles wat oorzaak is dat het zuivere levenslicht in hem verduisterd doorkomt – zijn verdorvenheid, zijn hartstochten en begeerten – is primair in hem als gevolg van zijn geestelijk-lichamelijk zijn, dat onwetendheid meebrengt (onwetendheid m.b.t. zichzelf, zijn boosheid, die slechts ten dele gekend wordt, en m.b.t. die zuivere kern in hem en de weg daarheen), en van de keten van oorzaak en gevolg. Het is niet primair in hem als gevolg van een persoonlijke schuld. De destructieve krachten in de mens vormen niet primair een aanklacht tegen hem. Tot de daden, welke een rechtstreeks gevolg zijn van die aan verblinding en hartstochten uitgeleverde natuur, verhoudt men zich dan ook uiteraard niet met gevoelens van schuld (,,wer sollte auch Schuld sein?” herhaalde Jaspers). Het antwoord daarop kan enkel de wil zijn zichzelf uit die duistere keten van oorzaak en gevolg vrij te maken, zichzelf te bevrijden van de bezoedeling der zinnen en hartstochten. En zo er al sprake zou zijn van berouw i.v.m. een persoonlijke ontrouw aan die opdracht, zet ook het berouw zich enkel om in doen: in het herstel van die trouw. Als ook het boeddhisme ,,die Sόhne jeder Schuld fordert”, dan primair op die wijze. De keten van oorzaak en gevolg laat nauwelijks een andere consequentie toe. Waar het boeddhisme berouw (persoonlijke schuld) toelaat, bestaat het essentieel in de gedaante van het doen, het positieve handelen. Geheel het religieuze leven van deze verlossingsreligie voltrekt zich op het plan van het positieve persoonlijke handelen. De mens is het toneel van een strijd tussen goed en kwaad, maar de affectieve kanten van het berouw – aanwezig of niet aanwezig – zijn als zodanig volmaakt te verwaarlozen. Men heeft (ten onrechte) het boeddhisme wel gebrek aan warmte verweten; zeker is, dat het doen de bij uitstek mannelijke vorm van berouw is, – evenals van deernis en religie.
In iedere mens heeft het geestelijk-lichamelijk zijn en heeft de keten van oorzaak en gevolg een verschillende verdorvenheid en onwetendheid uitgewerkt, waarover niemand kan oordelen. Ook Boeddha oordeelde niet. Iedere mens is een eigen tragisch lot. Op welk plan van boosheid of goedheid de mens zich bevindt, speelt volgende bladzijde


107














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 29-07-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 13-10-2014