lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde tain, De Lubac, Daniélou in de – hoewel niet rechtstreeks waarneembare – vruchtbaarheid van hun in hoofdzaak beschouwende spiritualiteit. En voor zichzelf is hij bereid ook de zichtbare ónvruchtbaarheid van zijn actieve bestaan blijmoedig te aanvaarden 1). Men doet maar beter, zegt hij, niet op het netto resultaat van zijn werken te letten (18) en: men moet veel verder kijken dan de directe resultaten (19); en op p. 44 en 56 werkt hij dat thema, zelfs niet zonder ’n roerend accentje, nader uit (ook daarom mijn verwachtingen, door het begin van zijn boek gewekt). Dat alles erkent hij, in principe. Maar voor zichzelf, in de practijk, en als arbeider in de japanse wijngaard des Heren, is hij blijkens heel de rest van zijn boek duidelijk alleen maar geporteerd voor die activiteiten welke, in hoe geringe mate ook, een dadelijk waarneembaar effect toelaten of waarvan hij dat – dát ,,ontsteken”, van een minimaal spaarbrandertje desnoods – kan verwáchten of liever nog meemaken. Hij wil iets zien, hoe betrekkelijk de waarde ervan ook is. Voor die kleine zichtbaarheid (en haar bedrijvig ijveren) bestáát hij, daarvan leeft hij. Als hij daarvoor in de weer is – of alleen maar: in de weer – voelt hij zich pas echt bij zichzelf thuis. Hij moet handelen! En uiteraard moet dat handelen duidelijk hedendaags zijn, herkenbaar eigentijds (met dito taaltje), opgewekt, ,,sprankelend” subs. duidelijk ,,verlost”; dus niet teleurgesteld bij fiasco’s, maar alweer hoopvol onderweg of op jacht naar een volgende activiteit of, wat doet het ertoe, een volgend échec(je). ’n Christendom als dat van Kierkegaard (130), met zijn conflicten en spanningen, angsten en crises, ,,zijn gevaarlijke sprongen over duizelingwekkende kloven”(!) is niets voor hem; die Kierkegaard ,,wist niets van de echte mystiek af” (Johannes van ’t Kruis ,,e.d.” om die reden wellicht evenmin). Van het leven dat de Lubac c.s. leiden, zal hij wel toegeven tenslotte, dat het zin heeft, maar hém zint het niet, hij heeft er geen zintuig en geen geduld voor. Het sluit hem op in een ghetto. Zijn hele natuur roept om iets anders. Hij wil volgende bladzijde


1) Al moet gezegd worden, dat zijn missionaire wereldreizigersbestaan wel zo appetijtelijk (en blijkhaar geprivilegieerd) is, dat men er nog heel veel meer dan wat zichtbare échecjes met genoegen mee kan aanvaarden (en vergeten). Dat is niet veroordelenswaardig, maar toch wel het noteren waard hier.


77














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 29-07-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 01-08-2010