lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde als Gods glorieuze doel met deze tijd en met ons; wanneer wij Gods luister willen kenbaar maken als (min of meer) ingewijden in Gods ,,heilseconomie”, in Gods ,,heilshandelen met de wereld”, in het mysterie (de bovennatuurlijke glorie) der Kerk, het mysterie der ons beloofde eindvoltooiing etc. Wij denken eschatologisch, ecclesiologisch, heilseconomisch etc.; dáárvoor, en voor een geloofshandelen vanuit die goddelijke realia schijnen de machtige inspanningen der Kerk en de inspanningen der grote scheppende begaafdheden binnen de Kerk bestemd, beschikbaar, en in feite geroepen, – en het is dan ook allemaal wel waar te maken (net als die zaken waarover wij heden ten dage wel glimlachen) als een vorm van liefde tot God, van liefde voor de Kerk, en als een vorm ook van liefde voor de naaste. Maar de liefde voor de mens in haar éigen gedaante, in de simpele, on-omwonden gedaante der evangelische normen, en déze liefde als de gedaante van de liefde tot God, als de gedaante van de liefde voor de Kerk, zij is niet meer de grote, beslissende imperatief van óns ,,heilshandelen”, niet de alles inspirerende en alles beheersende imperatief voor het ,,heilshandelen” der Kerk. Zij is hoogstens, ergens, aanwezig: in kleine groepen aan de periferie (Franciscus, Charles de Foucauld), die dan echter niet worden verstaan als een vermáán aan het apostolisch geloofshandelen der Kerk, maar als een bevestiging van de goedheid (vruchtbaarheid) ervan.
En toch, deze volstrekte inzet voor die zeer nederige arbeid en dat zeer nederige doel is het durend belangrijke en durend beslissende. Christus is onder de mensen levenslang dit zeer nederige werk geweest. Al zijn geweldige inspanningen en al zijn geniale vermogens stonden in dienst van Gods zeer nederige vraag aan de mens: liefde te worden, – niet liefde die rechtstreeks op God is gericht, niet liefde voor de Kerk en haar bovennatuurlijke luister, niet liefde voor luisterrijke verrichtingen, niet liefde voor de mensheid, maar liefde-worden voor de mens... als naaste, dit van alle luister ontdane, naamloze, predikaatloze en ,,geringste”, – waarin allen elkander gelijk zijn. Christus was dit nederige werk niet, omdat Hij nog niet aan machtiger perspectieven en grootser volgende bladzijde


43














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 09-06-2002 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 15-02-2010