lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde sociale rechtvaardigheid, meer begrip en eerbied voor het denken der anderen, verdedigers van het ,,gesprek”, van ,,open katholicisme”, hulp aan onderontwikkelde gebieden, hulp ook wegens de schrikbarende menselijke nood die daar (en elders, ook hier) heerst; zij is niet ons deel omdat ons woord, na de zelfverheffing van voorgaande geslachten, een echo is geworden van Brunners ,,menschheitliche Solidarität in der Sünde”, of omdat we de parabel van de barmhartige samaritaan aanwijzen als de grote waarheid van het evangelie. Want als we dat alles verdedigen en zeggen en voorhouden omdat we met de rug tegen de muur staan, noodgedwongen, uit eigenbelang, om vijandschappen te bezweren of om alsnog te ontsnappen aan een duistere, ons beklemmende en bedreigende toekomst, dan is er bij dit alles stellig geen sprake nog van liefde tot de naaste en zou men met Christus kunnen zeggen: maar als ge het goede doet omdat ge met de rug tegen de muur staat, wat dank verdient ge, doen ook de heidenen datzelfde niet als het hun laatste kans is. Het heeft zin zichzelf grondig te wantrouwen. Wij zijn, reeds heel lang, een heleboel sociale rechtvaardigheid geworden. Maar werden wij daarom (of zelfs daarin) werkelijk liefde? – Wij zijn geen liefde als we het gesprek willen met hen die met óns willen spreken maar datzelfde weigeren en blijven weigeren t.a.v. hen die wij, zoals wij menen, terecht verachten. ,,Als ge liefhebt wie u liefhebben, wat dank verdient ge. () Bemint integendeel uw vijanden. () Dán zult ge zonen van de Allerhoogste zijn (van Hem die goedertieren is voor de ondankbaren en bozen).” Wij zijn geen liefde wanneer de ,,dialoog” voor ons een toetssteen is van onze scherpzinnigheid, een streling van onze intellectuele ijdelheid, bevestiging van onze fijne, meerwaardige, moderne religiositeit. Wij zijn geen liefde als zij niet verder gaat dan met ons opportunisme of onze eerzucht strookt. Wij zijn geen liefde als onze ,,Solidarität in der Sünde” en het beklemtonen ervan (en zo ook het ,,nederig” ,,aanvaarden van onszelf”) in de grond een weigering is als christen ernst te maken met de solidariteit in de deugd of een gesublimeerde vorm van de beduchtheid voor die andere eis (der liefde): als Christus een zwaard of een teken van tegenspraak te zijn. Wij zijn geen liefde volgende bladzijde


17














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 09-06-2002 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 24-07-2010