lijst van werken
vorige bladzijde



vorige  bladzijde Doch... wat wijzelf zijn is toevallig juist het meest ondefinieerbare; wij kunnen onszelf slechts – fragmentarisch – ervaren. Hoe wankel en ongrijpbaar is hiermede de grondslag van die zekerheid, en toch: hoe onwankelbaar en niet te vernietigen is zij. Deze intuďtieve, spontane zekerheid behoeft generlei bevestiging van elders meer, en geen ratio kan haar versterken of verzwakken. Zij houdt onverminderd stand in ons tegenin het stilzwijgen van het heelal en der eeuwen ; en tegenin alles dat ons weten tot een niet-weten uitholt blijft zij, met onze menselijke totaliteit, als zekerheid door ons bezeten. En met Shakespeare, zo wil ik zeggen, evenals met de anderen die ik noemde, is de zekerheid van ons weten een zekerheid betreffende een machtige en grandioze waarheidswereld. Deze waarheid verstaan wij als waarheid – spontaan en zonder bewijs – van onszelf uit, of, om Dubois’ eigen woorden te bezigen (en het zijn voor hem, meen ik, zeer essentiële woorden), « als de uitdrukking van iets dat ik van mijzelf uit versta » (p. 94).
    Dat er mensen zijn die de grootheid en waarachtigheid van Shakespeare’s waarheidswereld niet herkennen (en bereid zijn deze te ontkennen), doet aan het feit van Shakespeare’s waarheid natuurlijk niets af. Zij kan slechts betwistbaar en fictie zijn voor wie zichzelf niet ervaren. Even onbetwistbaar is, dat door hen voor wie volgende bladzijde

[107]










volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 11-03-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 25-10-2014