lijst van werken
vorige bladzijde



vorige  bladzijde heb aan een leven dat het mijne niet is en mij onophoudelijk heb ingelaten met dingen die mij niet aangaan. » (p 133) Die vroegere waarheden hebben zich van hém meester gemaakt nog vóór hij de stem van zijn eigen wezen had vernomen (of kón vernemen), en nog voor hij zich van de waarheid (welke dan ook) kon meester maken. Zij hebben hem van zichzelf weggedrongen, zij hebben zijn leven onteigend, oneigenlijk gemaakt, innerlijk verwrongen en misvormd daarom; ook aan zoveel beslissende (schone en bittere) werkelijkheden van zichzelf en het leven is hij daardoor nooit toegekomen. – Men moet zich van deze overwegingen scherp rekenschap geven. Want het zijn in eerste instantie geen theoretische twijfels die hem fataal van zijn vroeger geloof vervreemdden; het is veeleer de ervaring van de onbewuste doch diepe onwaarachtigheid en ontrouw waaraan hij zich, door die waarheden, ten aanzien van zichzelf en het leven heeft schuldig gemaakt, welke zijn geloofsleven ondermijnt en die hier resulteert in de elementaire doch « ontzettende behoefte in mij om de banden te verbreken waardoor ik mij verstrikt gevoel » (p. 84) en enkel weer, hoe dan ook, zichzelf te zijn, zijn eigen waarheden, zijn eigen ervaringen. Als de monnik dan ook schrijft: « Het benieuwt mij een leven te leiden, waaruit alles verdwenen is wat het tot nu toe een zin gaf. De nieuwe zin van mijn leven is nieuwsgierig- volgende bladzijde

[92]










volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 11-03-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 22-10-2014