lijst van werken
vorige bladzijde



vorige bladzijde en zij schijnen dit exclusief, van oorsprong tot einde; zij schijnen een neergang, een einde, en niet een begin te bevestigen; zij revolteeren tegen de onderkant van het denken en tegen de onderkant der gebeurtenissen. Men leeft, met dézen Luther, inderdaad in de onmiddellijke nabijheid van het ,,monnikje” dat zich tusschen de fine fleur van de Sorbonnen een broekje moet hebben gevoeld en wiens ,,tragedie” wezenlijk niet veel meer moet zijn geweest dan het sinister verloop van een onmachtig ressentiment.
Toch is de werkelijke situatie eenigszins anders geweest. Luther was geenszins dat onbeteekenend monnikje dat zich tusschen de Parijsche theologen ’n boertje uit ’t achterland zou hebben gevoeld, gelijk ter Braak, naar ik meen, veronderstelt1). Calvijn, het door de katholieken van die dagen zoozeer gevreesde en gehate intellect, had niet alleen veel eerbied voor Luther, maar erkende ook dat de Augsburger Confessie geheel met zijn inzichten overeenstemde. Het lag dus stellig niet zóó voor het grijpen dat Luther het bij ’t verkeerde eind had, al wil ik geenszins ontkennen dat hij er zelf, om meer dan één reden, wel eens van overtuigd kon zijn geweest ten overstaan van de fine fleur van de Sorbonne (die trouwens zeker niet meer de fine fleur van liet christelijk denken vertegenwoordigde) voor een verloren zaak te strijden. Het gevaarlijke van Luthers leer was niet het ongelijk erin, maar het gelijk; zooals het gevaarlijke van Luther niet allereerst de dwaalleeraar, maar de hervormer was. Er moest niet alleen een dwaling, doch ook een waarheid het zwijgen worden opgelegd. En meer dan wie ook zal Luther- volgende bladzijde


1) Vgl. ,,Het Christendom, - Twee getuigenissen in polemischen vorm.”

166



















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 23-04-2011 Copyright © 2013 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 31-01-2013