lijst van werken
vorige bladzijde



vorige bladzijde vertegenwoordigd door het Augustijnsche (en, volleerder, het Jezuïetische) christendom, het tweede door het marxistische christendom.
De parallellen Augustinus-Marx zijn met een spitse scherpzinnigheid en onverbiddelijkheid doorgezet; men bespeurt hier — als elders — in ter Braak een „superieur systeem-bouwer” in het psychologisch ontmaskeren. Maar wat erger is, men beweegt zich met dit démasqué eener doctrine in de onmiddellijke nabijheid van een werkelijkheid, een practijk. Deze practijk is inderdaad een systematisch misleiden geworden van den mensch omtrent, en een systematisch afleiden van zijn abominabel lot: een sussen en geruststellen, een in slaap wiegen en in slaap houden. De vraag is alleen (gelijk ik boven reeds te verstaan gaf): is deze werkelijkheid, die inderdaad de werkelijkheid van het hedendaagsche christendom is, identiek aan de werkelijkheid van Augustinus? Hij, ter Braak, interpreteert het verleden met de psychologische werkelijkheid van het heden. Dit is, meen ik, onjuist. In het Augustijnsche christendom stond God in het centrum van leven en denken (het was zuiver een, bepaalde, eeredienst van het schepsel aan den Schepper); in het huidige christendom staat de mensch (zijn belooning in het hiernamaals, zijn peis en vree hier op aarde), en staat de Kerk (als organisatie) in het centrum. Dit heeft, bij behoud der woorden, niet alleen een volslagen Umwertung der „gehuldigde” waarden voortgebracht, maar ook een „disciplinair christendom” zooals ter Braak het alom en in alles constateert. Ware het christendom echter met deze laatste vorm te vereenzelvigen, — het christendom zou nimmer een mystiek hebben voortgebracht. volgende bladzijde

65



















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 03-02-2007 Copyright © 2013 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 24-01-2013