|
schien vervalschte) van Gogh aan het museum wordt afgeleverd; zij rijden beide naar hetzelfde onverstand. Er is niet zoo heel veel verschil tusschen de stilte die op de burleske en verbijsterende tragedie van hun vernietiging volgde, en de stilte die het conserveeren bestendigt. En zeker is dit minimaal verschil de ellende van het leven, van dát leven, dat hondenleven, niet waard geweest.
3. Het scheppend denken. – Men kan constateeren, dat het denken van de scheppende enkeling meer dan eens het uiterlijk der samenleving heeft gewijzigd, maar achter dat uiterlijk en zijn wijziging heeft de collectiviteit haar bestaan ongewijzigd gecontinueerd. Een wijsbegeerte kan wel (vroeg of laat) de uiterlijke ordening, de wetten en beginselen eener collectiviteit beïnvloeden, veranderen, maar niet het leven-zelf dier collectiviteit. De collectiviteit leefde en leeft even dof, ondergronds en vulgair het marxisme als de democratie, als voordien het liberalisme, als voordien een nationale bewustwording, als voordien een christelijke levensorde. De collectiviteit volgt een idee, maar de idee die zij leeft is een vaal aftreksel van de idee die zij volgt, en dezelfde harlequinade hervindt ge tusschen willekeurig welke oorspronkelijke idee van de scheppende enkeling en haar uiteindelijke verwerkelijking in de collectiviteit, tusschen een orde-stichter en de orde die er van hem rest, tusschen een revolutionnaire stootbrigade en de nieuwe bourgeoisie die haar creatie blijkt. De broeders des gemeenen levens eindigen altijd met de heeren van het gestabiliseerde en gearriveerde leven te zijn, en het bezwaar is hier stellig niet dat zij arriveeren, maar dat de
6
|
|