KLEINE SOLO'S
1
Mijn haar was zwart en hard, en hard mijn schedel,
gemillimeterd is hij, en er loopt een wond doorheen;
ik heb ’t gevoel alsof er iemand vedelt,
met ’n rasp, dwars door mijn schedelbeen.
2
Kleine parlementaire ballade
|
|
Open gaat het gordijntje,
duizend dravende paardjes,
duizend vlugge ezeltjes,
duizend vlugge wezeltjes
trekken het zegewagentje van het konijntje.
|
3
Gebed van den Misanthroop
|
|
Ik dacht dat Gij zoudt zijn
godlijke Schokbreker mijn;
zij schokken mij in vieren,
de menschen, — geef mij dieren!
p.s. geen ongedierte,
Benoit kan ik niet zijn.
|
|
