|
13
D e Z i e l
fragment uit: De Ziel bekoort...
O ziel, die in uw godlijk ochtenduur, geen neigen
naar aarde's blijdschap en haar zuivre lusten weet
en, nog verzonken in uw ver voorwereldsch zwijgen,
geen wrok of wijsheid wint uit 't u omringend leed,
die mij nooit kende, door mijn zonde nooit bedreigde,
die mijn schoonheid niet zag en mij geen daad verweet;
o zuivre tuin van God - ach hoe uw geuren stijgen
eenzelvig naar den zoom van Gods volheerlijk kleed...
O ziel, die onaanraakbaar in uw godlijk zwijgen
nòg van geen paradijskwaad en geen wereld weet...
|
|
|