lijst van werken
vorige bladzijde


geluk der mensen behoeft daarmee ,,materialisten” : mensen – ,,mannen” zegt men gaarne – met een liefst natuurlijke ongeschiktheid voor de fijnere aangelegenheden van de mens: diens geest, geluk en leven. Het zijn ,,materialistische” mensen die het ,,ideaal” dienen en trouw zijn, zoals ook de kruisvaarder en àndere soldateska die het Godsrijk wel voor zijn dienst onmisbare krachten achtte en te wapen riep, vaak (gemeenlijk) ,,materialistische” lieden waren : ruwe klanten, geboren vechtjassen, die voor de fijnere vragen van het religieuze leven (en misschien ook wel voor de grovere) weinig belangstelling of bekwaamheid bezaten. Hadden die vechtjassen bepaalde, voor het gestelde doel onontbeerlijke deugden (geschiktheden), zij bezaten tevens hun bepaalde, de met hun natuur gegeven ondeugden en (niet geringe) ongeschiktheden. Natuurlijk, soms kunnen die ongemene inspanningen ook opgebracht worden door mensen die geestelijk boven de kundigheden van de machtsstrijd uitreiken, maar gemeenlijk kunnen dit slechts degenen die mét die opdracht zichzelf verwerkelijken en bijaldien geestelijk niet boven hun opdracht uitkomen. Juist vandaar dat zij zo geschikt zijn. Een der rampzaligheden van dit ondermaanse is juist, dat men schier geen ander alternatief heeft dan de opdracht toe te vertrouwen aan degenen die mét die opdracht tevens het hoogste van zichzelf geven, – de anderen zijn al te schaars gezaaid. Doch wat de perfectie wordt van hun opdracht, is tevens hun tekort buiten die opdracht. Nu is het niet erg als een tandarts die pijnloos kiezen en tanden trekt en volmaakte kunstgebitten plaatst, onmiddellijk buiten dat bedrijf weinig aannemelijks heeft te vertellen en als cultureel tandheelkundige niet verder komt dan een kunstgebit dat los in de mond rammelt en bij een al te hete hap nog smelt bovendien. Maar anders wordt het, wanneer een staatsman, die het menselijk geluk verdedigt, met betrekking tot dat geluk niet verder komt dan de diepgang van de gemene man (de mainstreetman die ons en Sinclair Lewis wel eens kippenvel bezorgde). En nogmaals anders wordt het, wanneer dié mensen, gewikkeld in de wereldomspannende machtsstrijd, souverein worden en daarmee het lot en het geluk der mensheid in handen houden. Het is dan niet voldoende vast te stellen dat zij daadmensen zijn met al de gebruikelijke en vergeeflijke

943





















volgende bladzijde



aangemaakt: 23-10-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 24-10-2010