lijst van werken
vorige bladzijde


65

    Toen kwam er iets hards, vijandeliks in zijn ogen, balde hij zijn vuisten. Hij drukte z’n rug tegen de muur. Moest toen opeens lachen: dacht aan Samson die de zuilen brak en allen onder het inmekaarstortende huis verpletterde.
    Hij dacht terug aan het verleden. Om hem heen en in hem was het leeg. Hij had niets meer. Leeg en stil als het kollegegebouw toen alles in het Onbekende verdwenen was. Maar nù kon hij niet vluchten. De dagen: ’n zeulende paardetram: ’n oud paard, ’n ouwe koetsier en de wieletjes, de bedrijvige wieletjes. En als maar op en neer tussen twee dorpjes, twee dorpjes die vlak bij elkaar lagen. ’t Ene dorpje het begin, ’t andere het eind. Of omgekeerd: dat kon je wijzigen: zoals je wou. Maar ’t wègje bleef onverbiddelik hetzelfde.
    Dat komt: hij had aan déze dagen niet gedacht, aan déze dagen dus ook niets gevraagd – hij had alles verwacht van een nog verdere toekomst, hij had – van klinkklaar antoeziasme – déze tijd (toen-ie ’t kollege verliet) te veel over het hoofd gezien Ja, en toèn, toèn.... Maar daar kon geen mens wat aan doen.
    Enfin!
    Maar láter, láter! over een paar maanden! Over een paar maanden als hij student was. Dan was hij vrij, vrij. En de mensen, de andere studenten.... och, hoofdzaak was dat je vrij was, vrij.

    Haar brief had hij aldoor gevreesd.
    Toen hij hem in zijn hand hield had hij spottend geglimlacht.
    – Nu komen de banale verklaringen en bekentenissen.
    Maar na iedere regel hoopte hij tòch dat het met de volgende komen zou. Maar hij wist dat het niet komen kòn.
    Al was het maar één zin geweest, één woord. Nù kon hij zich-zelf met nièts wijsmaken dat hij van haar hield.
    Met iedere regel van dit briefje (er boven stond: ,,twaalf uur ’s nachts”, en eronder: ,,p.s. Wil je dit briefje na lezing verscheuren.”) steeg zijn koele hooghartigheid. Haar ,,want jongelief” voelde hij als een kwetsing, een belediging. En ,,na lezing” had hij het briefje ,,verscheurd” (kalm), en achteloos weggeworpen.
    – Dat is dus voorbij.
    (Helaas was het niet voorbij. 1))
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
   Diezelfde middag kreeg hij een antoeziaste brief van Frits: of hij nu op hun buiten kwam: ’t was er heerlik: hij moest zéker komen.
    Alsof hij in gedachten over een brug was gegaan en toen een eind volgende bladzijde


1) De tans volgende stippellijn duidt aan dat aan het niet-gepubliseerde fragment nog gewèrkt wordt! H. B.






















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 02-08-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 07-10-2010