lijst van werken
vorige bladzijde



N E O - G O T I E K E R ? 367

vorige bladzijde waarmede zoveel ontrouw wordt goedgepraat, doch die menselijkheid (die kwetsbaarheid en smart) in weerwil waarvan men, tot het bittere einde, trouw blijft. Wellicht is er voor het karakter van deze trouw niets onthullender dan het feit, dat het laatste gedicht van dit leven, na zoveel moed, na zoveel schone troost, een kreet is geworden ‘uit de diepten’. Dit kort voor het einde nog uitgeput neervallen (waarlijk: ‘moegesold, hij vechtend in de vore rolt’...), onthult ons nog eenmaal door welke afgronden zijn trouw en dienstbaarheid levenslang rôdeerden en in welke afgrond hij, onder de mensen, met zijn blijde boodschap en vrede verloren lag. – Verloren

       lijk een ongeboren
kind, dat niemand baren zal...


Dit toch is het bittere drama geweest, en tot het einde gebleven, van zijn leven onder de mensen. – Maar een andere werkelijkheid, licht, helder en onverstoorbaar, was deze: deze – eenzame – vrede:

o Blomme, die aan niets en hangt,
   of niets bijkans, te blinken...




Nijmegen, 15 April 1950-15 Januari 1951



a. Deze vermogens kunnen niet ‘nog wel iets’; wat zij technisch, wetenschappelijk, wijsgerig, artistiek, cultureel, godsdienstig (godsdienstscheppend) en zedelijk (Boeddha) presteren, bleef geweldig en zonder meer indrukwekkend – tenzij we ons de blik aanmeten (aanmatigen) van God, een blik die wij overigens niet te vrijmoedig moeten hanteren. Die al te verheven blik kon ònze blik wel eens ernstig vertroebelen...

b. Henriëtte Roland Holst-van der Schalk.

c.‘Het middent al / terug naar U, / ’t gewordene uit Uw’ handen...

d.

... Maar wijl de hooggeleerde doctors zeggen,
die gij, o meester, opnoemt en citeert,
dat mensen heengaan lijk de schepen,
lijk schaduwen en wolken, niemand wederkeert... volgende bladzijde






















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 22-12-2009 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 10-01-2010