lijst van werken
vorige bladzijde



N E O - G O T I E K E R ? 321

vorige bladzijde zij zich de weelde veroorloven aan talloze problemen voorbij te gaan zonder een ogenblik aan actuele betekenis in te boeten? Toch omdat het ene probleem dat hen bezighield, het meest essentiële en boeiendste probleem is gebleven van alle tijden: het leven der ziel met God, en omdat zij daarover prachtige en definitieve dingen hebben gezegd; of anders geformuleerd: omdat hun werk het aangrijpende antwoord is geworden op het probleem der menselijke goedheid, en deze begrepen in religieuze zin. En dat was (en waarlijk niet op het niveau van een volksjongen) eveneens het verterend probleem voor Gezelle en (tengevolge van dat niveau) ook de oorsprong van het levenslang verzet tegen hem van zijn omgeving, – een omgeving die met betrekking tot de menselijke goedheid vrijwel alles had gezegd met de vrome devoties en gedachten welke die goede Mgr Malou in 1859 ter bedichting (en vermoedelijk ook als stil vermaan en troost) aan de verstoten roeselaarse professor had voorgelegd. – Doch gesteld dat Gezelle slechts door bloemetjes zou zijn geïmponeerd, dan is het toch wel zeer simplistisch te menen, dat alleen het object ener belangstelling ’s mensen geestelijke stand bepaalt en zijn maatschappelijke afkomst verraadt. Men kan zich met ‘hartstocht’ op ‘de mens zelf’ werpen en levenslang met ‘hartstocht’ die hoogste wetenschap bedrijven welke theologie heet en toch alleen maar blijk geven geestelijk de geborneerde burgermanszoon te zijn gebleven die men maatschappelijk in oorsprong is. Omgekeerd: men kan zijn ganse leven achter een toonbank staan en met een toewijding, een betere zaak waardig, boorden en dassen of kruidenierswaren verkopen, en tegelijk de plichten en bezoekingen van die bescheiden levensstaat met een eenvoud en innerlijke vrijheid aanvaarden die met het geestelijk klimaat van de maatschappelijke origine niets gemeen heeft. Niet het object, maar het hoe ener belangstelling is hier beslissend. Het is nogal bevreemdend dit onderscheid niet te bespeuren, en nog bevreemdender Gezelle’s geestelijke inhoud plusminus te identificeren met de geestelijke inventaris van een volksjongen met tuinierskomaf. Evenwel: in feite verschilt dit verwerpen toch niet wezenlijk van die gemoedelijker geformuleerde mening, dat Gezelle in de grond niet veel te zeggen had, tenzij aan de ‘eenvoudigen’; en aan hen, omdat hij in feite een der hunnen was en dit altijd gebleven is: als zij eenvoudig-vroom en zonder problemen. Gezelle, zo oordeelt men in die kringen, heeft uit de waarheden volgende bladzijde





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 22-12-2009 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 11-01-2010