lijst van werken
vorige bladzijde



314 G U I D O   G E Z E L L E,   D E   A N D E R E

vorige bladzijde leefde hij nog, deze zoetgevooisde, onder de mensen...?

Maar schoner nog dan hetgeen hij als dichter volbracht, is wellicht toch dat Gezelle, hoewel bevlogen van dood en eenzaamheid en de grote vervoeringen die zijn deel bleven, en hoewel volkomen bewust wat hij aan menselijk formaat en meerderheid vertegenwoordigde, onder de mensen is blijven rondgaan als de minste en deemoedigste der herders, bemind en vereerd door wie hem ontmoetten, om zijn blijmoedige, menslievende goedheid. Gezelle heeft niet alleen de moed en het vermogen gehad om, wat Nietzsche noemde, ‘mitsamt dieser Not glücklich zu sein’, hij heeft ook een verguisd leven lang de moed en het vermogen opgebracht van een geduldige, stilzwijgende dienstbaarheid op de laatste plaats, en dit waarlijk... in simplicitate cordis et veritate... Deze simplicitas is niet enkel de heiligheid van zijn sterfbed geweest; evenmin, nog minder, het aandoenlijke (‘sprookje’) van zijn dichterschap, zij is de wijsheid geweest van gans zijn leven, iedere dag. Zij bestond in het gelovig weten, dat ook de laatste plaats niets wezenlijk veranderde. Zo was het mogelijk, dat deze grootste, hoe zwaar het hem vaak viel zonder menselijk solaas te moeten leven, de laatste plaats altijd is blijven vervullen alsof niets in hem verguisd, miskend en misprezen werd, en dit met een aangrijpende ootmoed en trouw. Levenslang is zijn gebed uit 1859 Voor de H. Communie voor hem richtsnoer gebleven; altijd is hij blijven weten, dat het enige waarop het aankwam, was, het zuiver houden van zijn innerlijk leven en dat – voor hem – alleen de liefde het woord en het wapen der waarheid mocht zijn, niet het verweer, niet de beschuldiging, niet het ontmaskeren, niet het uitrukken van wat onkruid is, –

’k Zal daerbij zachtmoedig wezen
als die lieve Roos geprezen
die aen herte en hand behaegt
omdat zij geen stekker draegt...


Altijd heeft hij willen aanvaarden en van andere dingen willen spreken dan van zijn eenzaamheid tussen de mensen. Maar tenslotte brak de ellende door al zijn woorden en willen heen.
    Ja, het is beter bij dit levenseinde niet al te blijmoedig van ‘bonheur’ volgende bladzijde




















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 22-12-2009 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 16-10-2014