lijst van werken
vorige bladzijde



D E   N I E U W E   M E N S 239

vorige bladzijde - onvoorwaardelijk levend - slaat men zijn diepste zielekrachten, d.i. zichzelf, los. - Doch soms schijnt het wel, alsof men zelfs het Christendom slechts aan de oppervlakte en met zijn oppervlakte mag leven. Evenwel: ‘So will ich sein, dass dieses Wissenwollen und Handeln ni mir gehört’ (Jaspers), is een categorische imperatief die in niet mindere mate geldt met betrekking tot onze christelijke waarden en ons christelijk handelen.
    Het verzet van Gide tegen het Christendom was - in oorsprong althans - het verzet van Berdjajew tegen het soortmatig Christendom. ‘Moi-même je ne suis pas tout entier dans celui que vous vouliez que je fusse’, laat hij de verloren zoon zeggen; en eveneens: ‘Je ne cherchais pas le bonheur. Je cherchais... qui j’étais’. Dat was zijn verzet tegen een Christendom dat slechts geringschatting bleek te zijn voor ‘cette part de dons personnels’, ‘cette part speciale de dons’ die bepalend waren voor zijn wezen als mens; tegen een Christendom dat het enige antwoord van de levende mens op die geringschatting, ‘c’est à cela seul que je fiens; je consens à ne posséder que cela’, met onverschillige hardvochtigheid als gevaarlijke hoogmoed afwijst, of; met de termen die ik reeds citeerde, als ‘begoocheling en hertverblindheid die men haestig uitschudden moet’. [18] Doch om deze dons personnels gaat het nu toevallig juist. Het is juist daarmee dat de mens zichzelf en als een persoonlijke, levende verworvenheid het Christendom in bezit kan nemen; het zijn deze dons personnels die een persoonlijkheid haar gestalte geven, en die ook het Christendom in ons zijn gestalte geven op die enige wijze waarop het tenslotte gestalte moet krijgen: als vormgeving der persoonlijkheid, als antwoord op een ‘allerindividueelst’ religieus avontuur. Slechts aldus is de mens er met al de krachten van zijn ziel bij betrokken, wordt het ‘connaissance reelle’ (Blondel), en is het, en zijn zijn waarheden en zijn daden geen aangelegenheid meer waar de mens buiten staat, waar hele stukken van zijn wezen onbevredigd en leeg, zoekend en doelloos in rond zwerven of juister, buiten zwerven, - hetgeen helaas de trieste realiteit is van veel Christendom heden. Het verzet van Gide tegen zulk Christendom (:‘Moi-même je ne suis pas tout entier dans celui que vous vouliez que je fusse’) is in wezen van dezelfde orde als dat van Sartre wanneer hij zijn Orestes laat zeggen: ‘Car je suis un homme, Jupiter, et chaque homme doit inventer son chemin. La nature a horreur de l’homme, et toi, toi, souverain des Dieux, toi aussi tu as les hommes en horreur’ volgende bladzijde





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 13-07-2009 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 17-07-2009