lijst van werken
vorige bladzijde



D E   N I E U W E   M E N S 207

vorige bladzijde deze staat van leven, - zoals het enkele ‘benoemen’ het gevolg en het geluk was van Adams eerste levensstaat, toen alle dingen zich als schoon voordeden omdat zij zo volkomen in zichzelf besloten (en onschuld) schenen. Het nochtans zeer wezenlijke feit, dat men eerst met dit alles-in-alles doorstoot tot de oerbron en vitale oorsprong van het béeld, bleef in dit gedicht echter van volkomen secondaire betekenis. ‘Eines zu seyn mit Allem, was lebt’, - dat was de zielsdrift hier, en het is het drama van deze zielsdrift dat hier allereerst werd uitgebeeld. Met het bereiken van deze eenheid was namelijk tevens haar verwoesting gegeven ‘woorden stortten bruisend / Uit hun betekenis...’ èn: ‘Ik kan u nooit meer noemen. Eva! Eva!’ Wij storten zelf uit onze betekenis en zijn verlorener dan ooit voordien. ‘Ich denke nach und finde mich, wie ich zuvor war, allein, mit allen Schmerzen der Sterblichkeit, und meines Herzens Asyl, die ewig-einige Welt, ist hin; die Natur verschlieszt die Arme, und ich stehe, wie ein Fremdling, vor ihr, und verstehe sie nicht’ (Hölderlin, Hyperion). Of zoals Gezelle deze verlorenheid uitdrukte:

Hoe kleene, o God, hoe kleene,
    donker en alleene,
ligge ik in dien grooten al
    van uw licht verloren,
    lijk een ongeboren
kind, dat niemand baren zal...

Dit hogere weten, omtrent een cosmische al-eenheid, schijnt alleen dan de mens niet onbarmhartig op een vernietigend eenzaamheidsbesef terug te stoten, of anders gezegd, de cosmische verlorenheid schijnt alleen dan scheppend doorstaan te kunnen worden, wanneer op haar beurt ook deze immense realiteit doorbroken wordt, en dóorgebroken wordt naar het transcendente, het goddelijke: de wezenlijk en volstrekt Andere, en wanneer het geloof in die ‘altijd Ongedaagde’ het geloof is aan een Algoede, - welk geloof gelijk gezegd, slechts mogelijk schijnt als het leven-zelf zich, in ons of elders, als een goedheid heeft geopenbaard. Dan is dit geloof mógelijk. Gezelle's geloof: ‘Wij zijn bemind van Hem...’ berustte op de ervaring van de scheppende, hun bevrijding zoekende krachten welke de mens zijn ingeschapen, op de ervaring van de schone volgende bladzijde





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 13-07-2009 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 15-07-2009