lijst van werken
vorige bladzijde



N I E U W E   M O T I E V E N 129

komen, wat een gedicht als gedicht is en eist. Want het opmerkelijke is niet dat hij een volmaakt gedicht wil schrijven, maar dat hij met zijn gedicht een poëtische perfectie wil bereiken op het plan der zinnelijke expressiviteit, en dàt hangt ten nauwste samen met zijn religieus ervaringsleven.

Wie is ’t, die ooit, aanschouwbaar, al
Gods wonderheên verkonden zal?


Dit ‘aanschouwbaar’ werd het centrale probleem van zijn poëem: omdat het voor hem het centrale probleem is geworden van het ‘verkondigen’. Het was immers in het aanschouwde, in de met de zinnen genoten, zichtbare schoonheid der schepping waar voor hem

                        Gods gelaat
herkenbaar in te laaien staat!


Dit aanschouwbaar oproepen en dit aldus herkenbaar maken beheersen blijkens gans zijn poëtische productie na zijn zwijgen zijn dichterlijke scheppingswil. – Gold voor Gezelle altijd Vermeylen’s uitspraak: ‘Een zuiver dichter is er een, die niets anders geeft dan de waarheid van zijn diepste wezen’, voor de vormen en vorm-perfectie, in de tweede periode door Gezelle gerealiseerd, geldt meer dan ooit het vervolg van Vermeylen’s oordeel: ‘en deze (waarheid) niet anders geeft, dan in de vormen door die waarheid zelf geschapen’. En minder dan ooit kan ik geloven, wanneer ik mij rekenschap geef van hetgeen Gezelle in die tweede periode poëtisch bereikt en bewust gewild heeft, dat er in zijn leven een moment is geweest, waarop hij van het gedicht als gedicht afscheid nam. Meer dan ooit ben ik er dan van overtuigd, dat Gezelle het gedicht steeds dwingender en bewuster onderging als zijn grote priesterlijke verkondiging, en reeds bij het eerste herontwaken der zinnen aan het einde der eerste periode, toen hij zich zijn speciale opdracht als dichter bewust werd, moet hij een doordringend vermoeden hebben gehad van de geweldige en geheel nieuwe eisen die hij met zijn gedicht zou moeten realiseren, wilde hij zijn tellurische en zinnelijke Godservaring kunnen mededelen, of anders gezegd: wilde hij als dichter en priester voor God niet tekort schieten. En inderdaad zien wij reeds in die jaren de eerste volgende bladzijde





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 13-07-2009 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 03-09-2009