lijst van werken
vorige bladzijde



A F G E W E Z E N   O O R D E E L 101

lijkste van zijn leven is geweest. Voldoende feiten bevestigen dit. Waarom greep hij dan niet naar die helende medicijn? Waarom zweeg hij? Wat weerhield hem?

**

De verklaring welke Caesar Gezelle, na ’n omhaal en geheimzinnigheid ’n betere zaak waardig, tenslotte... suggereert: genegenheid voor een te Brugge ontmoete engelse dame (dezelfde waarschijnlijk die Baur ons in zijn inleiding als enigszins al te opdringerig beschrijft), kunnen we gevoeglijk negeren, aangezien Gezelle reeds vóor die ontmoeting zweeg, en zeer bewust zweeg:

Gij vraagt mijn arme pen wat zij voortaan maar zelden meer van mij zal krijgen of ontvangen, etc.

hetgeen hij overigens stellig niet aan Van Oye zou hebben geschreven (nota bene als een stil verwijt aan hèm) als zijn gevoelens voor een brugse dame hem tot stilzwijgen noopten... Bovendien vergeet men, dat zoals Gezelle zijn zwijgen zeer bewust inging, hij het ook zeer bewust verbróken heeft - met woorden die met ’t overwinnen van dèrgelijke gevoelens volmaakt niets uitstaande hebben.
    Het komt mij voor, dat men met dergelijke verklaringen te veel op het eigen plan van leven blijft, binnen de eigen - en binnen de gebruikelijke -mogelijkheden. Doch Gezelle is nu juist altijd en in alles de uitzondering; dat was hij reeds met zijn eerste spreken. En ook met zijn zwijgen - waarom dáar niet!? - bevond hij zich op een geheel eigen (apart, uitzonderlijk) plan.

2

Men heeft Gezelle’s zwijgen overwegend via de omstandigheden van zijn leven benaderd en pogen te verklaren, en toen het volle pond moeten geven aan zaken, die Gezelle-zelf, hoe grievend en smartelijk ze voor hem waren, zo aandoenlijk berustend en overgegeven kon aanvaarden - en voorbijgaan weldra. Maar misschien is het toch logischer en ligt het volgende bladzijde





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 13-07-2009 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 31-08-2009