lijst van werken
vorige bladzijde



100 G U I D O   G E Z E L L E,   D E   A N D E R E

welk moment) bewust zijn laatste heeft willen schrijven, doch uit geen woord blijkt dat de reden van dit afscheid de poëzie-zelf is geweest, als ware zij een gevaar voor hem. Integendeel, men kan zich, na dit gedicht, evengoed voorstellen, dat hij het dichten nog ernstiger, nog gewetensvoller zou bedrijven, en dat deze bezinning hem dwong: dieper, ernstiger nog dan voorheen tot het dichterschap in te keren. Hetgeen Gezelle dan ook inderdaad zal doen, d.w.z. wat hij zal blijken gedaan te hebben als hij – en met welk een sublieme vorm-perfectie dan – weer gaat spreken en het dichterschap voor hem diepste bestemming is geworden. – Evenwel: men beschouwe het zwijgen vooral niet als een zich in stilte voorbereiden op de ontzaglijke opdracht welke hij later met zijn dichterschap zou realiseren. Daarvan kon hij tóen wel énig vermoeden hebben, maar toch geen zodanige ‘verpletterende’ bewustheid...

**

Waarom zweeg hij dan? Waarom heeft Gezelle, ook in die eerste kortrijkse jaren, zo zelden (eigenlijk in het geheel niet) gegrepen naar die verlossende en vervoerende kracht die hij toch om niets ter wereld ‘derven wou’? Misschien omdat hij, reeds verzoend, dit medicijn niet meer behoefde? Zulk een veronderstelling berust op een misverstand betreffende de heldere stilte welke hij gelijk we zagen vóor zijn zwijgen duidelijk bereikt had. Bij Gezelle toch, evenals bij alle scheppenden, betekent innerlijke vrijheid nooit een vrij zijn van leed:

nooit geen’ asem halen,
        dat ’t geen wee en doet;

hun eenzame, nauwelijks mededeelbare blijdschap wordt zelf weer een bron van misschien nog smartelijker beproeving:

Wil noch zal men
nimmer luisteren
        naar mijn’ stem...?

En bovendien meen ik, dat de vrede waarmede de eerste periode eindigde een zeer kortstondige, en dat de periode van zijn zwijgen een der smarte- volgende bladzijde





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 13-07-2009 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 31-08-2009