lijst van werken
vorige bladzijde



H E T   A N D E R E   ‘R O E S E L A R E’ 75

toen. In Christus gekruisigd, zo wil ik zeggen, overwon en ontsteeg Gezelle een tweevoudige vernietigende levenssmart, – een smart overigens die hij ook op geen andere wijze had kunnen overwinnen; en het is dan ook geheel vanzelfsprekend, dat Christus gekruisigd in zijn leven een centrale plaats inneemt: Hij is zijn diepste levensbeginsel, een reële bron van kracht waar alle andere steun en kracht hem ontvalt. Hij is zijn schoonste vrijheid en verlossing. – Het was noodzakelijk deze centrale positie van Christus gekruisigd ook nog op deze wijze te beklemtonen: zij is van grote betekenis voor wat nog volgt.

2.    Het zal na de voorgaande bladzijden duidelijk zijn geworden: men kan de roeselaarse Gezelle, wie en wat hij geweest is, ook als leraar geweest is, niet verstaan, wanneer men zich geen rekenschap heeft gegeven van de uitzonderlijke verschijning die hij, blijkens zijn gedichten (deze meest directe en volledigste uitspraak van zijn wezen), reeds in die jaren als religieuze persoonlijkheid geweest is. De roeselaarse Gezelle is niet enkel de leraar geweest en diens débâcle, en niet enkel als leraar was hij volstrekt oorspronkelijk. Reeds te Roeselare vertegenwoordigde hij een voor die tijd geheel exceptioneel religieus avontuur van geheel persoonlijk karakter, diep reële spanningen en zeer voornaam gehalte. Het is echter de religieuze persoonlijkheid van die jaren en de grandioze weg door hem in die jaren afgelegd, waaraan zijn biografen tot dusver geen, of slechts oppervlakkig, aandacht hebben geschonken. Zij zijn aan dit alles vrijwel geheel voorbijgegaan. Onopgemerkt bleef dat reeds met de jonge Gezelle een enorme persoonlijkheid het woord had genomen. Niettemin: èn als de opvoeder met zijn gedurfd, scherpzinnig, verantwoord en beslist persoonlijkheidsbesef èn als de religieuze mens die onmiddellijk en onvervaard in een wereld van religieuze essentialia leefde, vertegenwoordigde hij een bewustzijn (dit woord neme men letterlijk!) dat als inzet van een leven volstrekt ongemeen moet worden genoemd. Reeds ten aanzien van de jonge Gezelle is het in strijd met alle gegevens, hem nauwelijks andere qualiteiten te willen toekennen dan die van een argeloos, wat al te voortvarend en onbehouwen idealistje en (voor het overige) een vroom, zonnig, volks natuurpoëetje. Het moet echter bij voorbaat als uitgesloten worden beschouwd dat men ooit aan de werkelijke Gezelle toekomt of anders gezegd, dat men recht doet aan de latere Gezelle die volgende bladzijde





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 13-07-2009 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 24-08-2009