lijst van werken
vorige bladzijde



V E R W A A R L O O S D   V O O R S P E L 25

3

Er werd in het voorgaande geen poging ondernomen – en deze zŕl ook niet worden ondernomen, – nader te preciseren, op welke wijze, met welke woorden en idealen deze opvoeder het beste en meest eigene in de hem toevertrouwde jeugd ten leven wekte. Ook de verbluffende oorspronkelijkheid en bezieling waarmede Gezelle als leraar en opvoeder werkzaam moet zijn geweest (op godsdienstig gebied, op het domein der schoonheid, als taalleraar, als leraar in de natuurkunde, als Vlaming) bleven buiten beschouwing. Evenzo de grauwe verwikkelingen, de vernederende botsingen die Gezelle’s verschijnen als priester-leraar te Roeselare heeft opgeroepen. Ik heb over dit alles niet gezwegen, omdat wij, wat Gezelle’s ongemene en door mij allerminst betwijfelde leraars-capaciteiten betreft, te uitsluitend zijn aangewezen op verklaringen van zijn leerlingen die op het moment van zijn leraarschap toch niet konden beseffen wie en wat er met deze leraar au fond voor hen stond [c]; ook niet omdat men Gezelle’s horribel lot zó wel kan verstaan en men eigenlijk reeds alles af kan leiden uit die ene zin, voorkomend in een brief van Gezelle aan zijn ouders: ‘Alles zal verhope ik beter gaen als voren ten koste ten minsten nooit vele verslechten’ [18], doch eenvoudig omdat dit alles geheel bijkomstig is en geen reliëf behoeft. Ik noemde de leraarsperiode een voorspel. Dit voorspel, zei ik verder, was voorzover het ’t lot van de weldra geliquideerde professor betrof een onbelangrijk, doch in zoverre het Gezelle’s persoonlijkheid onthulde, reeds een essentieel voorspel. Welnu, de Gezelle, die als leraar in zijn leerlingen die menselijke goedheid trachtte voor te bereiden welke de vormgeving, en daardoor de vrijheid is der eigen persoonlijkheid, zou ook voor zichzelf eenmaal geen andere goedheid kunnen aanvaarden dan die waarin de eigen persoonlijkheid haar vorm, en daardoor haar vrijheid d.i. haar verlossing had gevonden. Ja, eenmaal zou hij déze goedheid voor zich opeisen, als zijn recht, en tegen alle gegrom en vijandschap om hem heen levenslang dan verdedigen. Met deze worsteling bevinden we ons in het zenith van het drama dat onmiddellijk met Gezelle’s persoonlijkheid verband houdt, wordt het van ‘t toneel verdwijnen, hoe tragisch ook, van de professor een onbelangrijk, doch de leraar als verdediger voor anderen van die goedheid een essentieel voorspel: daarin was de latere fundamenteel en volgende bladzijde





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 13-07-2009 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 21-08-2009