|
zijn, toen zij het binnenrukken der zegevierende Duitsche legers zonder verslagenheid en zonder gevoel van vernedering gadesloeg, om enkele uren later om en over de Duitsche legerwagens te hangen als ware er in een of andere vergeten negerij een circus gearriveerd. Ook toen was zij een menigte die niets wist en niets begreep, een reeds lang geestelijk en nationaal vernielde grootheid. In hun stormloop naar die beschamend-leege hartekreet zijn die millioenen dezelfde geestelijk en nationaal door hun vroegere bonzen verpauperde menigte, welke zij bleek te zijn, toen zij, na eerst verontwaardigd te zijn over de vlucht van ons Koningshuis èn de desertie van onze Regeering, nog maar enkele weken later op zoo weinig waardige wijze vóór ons Koningshuis demonstreerde. Ook toen bewees zij een menigte te zijn, die niets ,,was”, die geen ,,houding” had, en stellig geen waarachtig-nationale gevoelens wáárdige houding.
In hun stormloop naar die beschamend-leege hartekreet zijn zij diezelfde geestelijk en nationaal door hun vroegere bonzen verpauperde menigte, die, nadat zij eerst het binnenrukken der Duitsche legers zonder een spoor van verbittering had gadegeslagen, op dit moment weer de hoop koestert dat Engeland de val der Duitschers wordt. — Kortom: zij zijn nog altijd een menigte, welke volkomen onkundig is van hetgeen er in het huidige Europa plaatsgrijpt, van de krachten die op dit historisch moment met elkander slaags raakten; zij zijn nog altijd een menigte, die niets weet, die in (en van) het verleden niets zag en van het heden niets leerde zien, die nog altijd even misleid en misleidbaar en daarmee vol verblind en onwezenlijk verzet is, een menigte op dewelke iedere fluistercampagne, als zij maar de dwaasheid en de onmacht van het nieuwe, en daarmee de wijsheid en de macht van het oude Europa suggereert, nog altijd met evenveel succes opereert.
Geven wij ons hiervan rekenschap, als wij ons rekenschap geven van de waarde van hún ,,eenheid”, d.w.z. als wij de ,,meening” van dat millioenen-front als ,,volkswil” denken te presenteeren. Die eenheid vertegen-
19
|
|