lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde spanningen van de wroeging (,,jene Selbstbeurteilung” van de zuiveren van hart) hun katharsis bereiken, rust worden, – waaróm en hóe rust. Misschien werd dit (óók dit) gemist en dit gemiste als een tekort ervaren. Deze beschrijving behoorde echter niet tot het onderwerp, het beperkte thema, van deze beschouwingen, waarin slechts beproefd werd het celibaat van de priester te belichten als óók een natuurlijke consequentie van medemenselijkheid. Het is niet uitsluitend een charisma, zoals in de discussies contra het ,,verplichte” celibaat voortdurend werd beklemtoond, maar het wortelt ook hecht en diep in de natuurlijke mens. Dat is de ,,Sitz im Leben” van het celibaat... Het is dan een geheel natuurlijke consequentie juist van datgene op grond waarvan men het vandaag afboekt: als overbodig en niet ter zake afwijst; of herleidt tot een particuliere ,,godsdienstigheid”, een zeer wel toelaatbare weliswaar (!), maar een sta in de weg, een permanente handicap (en erger), een van mens en wereld vervreemdende affaire, een braaf en ietwat moeilijk te localiseren randverschijnsel als het om medemenselijkheid gaat, om werkelijk leven met en onder en omwille van de anderen. Maar ook in de context der medemenselijkheid, zo wilde ik zeggen, vertegenwoordigt het celibaat van de priester een authentiek menselijke realiteit en bezit het een centrale functie en nooit genoeg te schatten betekenis. Het celibaat van de priester, vandaag door velen verworpen om zich geheel en onvoorwaardelijk aan de medemens te kunnen geven, keerde hier als een onmiskenbare vormgeving van datzelfde medemenselijk geweten weer tot ons terug. Niét als een streven naar christelijke volmaaktheid, een ,,afsterven van zichzelf” omwille van het Rijk der hemelen, niet als navolging van Jezus, niet als een imperatief van buitenaf of bovenaf, maar als een natuurlijk, a-charismatisch gevolg geven of gehoorzamen aan een imperatief die uit het diepste van de mens zelf voortkomt. Het is niet de medemenselijkheid op grond waarvan men het celibaat kan afwijzen. Integendeel, het is een hoogste uiting van medemenselijke bekommernis.

    b) Het celibaat van de priester, dat men vandaag gaarne verklaart uit een manicheistische verachting voor de aarde, voor haar goede en gelukkige gaven, en uit een sombere ontwaarding of ontluistering van de natuurlijke rechten van de mens – rechten welke men niet zou kunnen verwerpen zonder de mens als mens te verminken en die onontbeerlijke voorwaarde zouden zijn om volledig mens te worden, zichzelf te verwerkelijken – verscheen in het voorgaande als een vrijwillig afstand doen van die schone natuurlijke rechten, als een ,,afleggen van het eigen leven, omwille van de naaste”, en dit afleggen als de voor die volgende bladzijde


28














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 09-06-2002 Copyright © 2014 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 03-10-2014