lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde kennis, zoals Thomas zegt; de hoogte godskennis van alle wereldgodsdiensten, kan men er aan toevoegen); noch wordt Hij gekend als de vóór alles vreeswekkende heerser over hemel en aarde; noch als de goddelijke autoriteit die als zodanig vrijmachtig wetten oplegt waaraan Hij blindelingse onderwerping, slaafse gehoorzaamheid eist, (ter bevestiging van zijn goddelijke souvereiniteit 1); noch als een macht die men met offers, gebeden, smeekbeden, rituele handelingen gunstig moet stemmen, eer bewijzen, aan zijn kant of op zijn hand moet krijgen. In Jezus wordt God, die liefde is, in de benaderende en verheven taal der symbolen (we hebben niets anders), gekend en kenbaar gemaakt als Vader. Het vaderbeeld is bij Jezus geen ,,Verinnerlijking en vergoddelijking van het vaderlijk gezag en daarmee van het gezag zonder meer” 2). Ook is het niet allereerst van de kant van de mens een uiting van gelovig vertrouwen. Er wordt allereerst de liefdevolle verbondenheid van de kant van God met de mens mee uitgedrukt, een onbaatzuchtige bezorgdheid om de mens, zijn schepsel, zijn kind. Jezus heeft de Onkenbare Vader genoemd om verstaanbaar te maken dat de Onkenbare (de Onkenbare – van de oudtestamentische Schriften – geheel goedheid is, geheel liefde is, aan de kant van de mens staat, ,,Ik ben met u”, en wij zijn kinderen zijn. Dit is een godsbeeld, een geloofsvisie, die ten overstaan van de ,,heidense” religies een totale Umwertung inhield. Maar ook ten overstaan van Israëls godsbeeld, Israëls ,,Ik ben met u”, is het een fundamentele verandering. Weliswaar, wordt in de geschriften van het Oude Verbond Jahweh somtijds Vader genoemd (wegens zijn weldaden aan het Volk Gods), maar zoals Origenis opmerkt 3), in de ontelbare gebeden van de Oude Testament vindt men geen enkel gebed waarin Hij als Vader wordt aangesproken. Hij is dan Jahweh, de Heer, en dit wanneer men bidt, wanneer men het innigst met God verenigd is; dan vooral waagt men het niet God als Vader aan te spreken. Dit houdt hiermee verband dat de God van Israël ,,Ik ben met u” de God die met Israel is en Israel trouw is, de God kortom van Israëls geloofsvisie de verborgen God is, de Onkenbare, de God in de wolk, de God van Wie de mens slechts de ,,achterzijde” aanschouwt, de ,,zoom” van diens kleed gewaar wordt, de God die geen mens kan aanschouwen zonder te sterven, de God voor wiens Aanschijn de mens zijn aangezicht bedekt, de ijverzuchtige en vreeswekkende God. Al deze woorden getuigen – meer dan van een volgende bladzijde


1) Zoals ik al opmerkte: Jahweh zegt: Als ge Mijn volk wilt zijn, aanbidt dan geen andere goden, etc. En Jezus: Als ge Mij liefhebt, bemin dan die Ik bemin en zoals Ik hen bemin. – Dit zijn geen bevelen. Het een is een noodzakelijk gevolg van het ander. Het herinnert (waarschuwend) aan een vanzelfsprekende consequentie.
2) Marcuse: Psychoanalyse en politiek, p. 32, Amsterdam, 1970.
3) Over het gebed.


7














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 24-02-2010 Copyright © 2014 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 04-10-2014