N.S.N.A.P. en N.S.B. hebben dit gemeen, dat zij beiden onvoorwaardelijk staan aan de zijde van de Duitsche revolutie, van het onder leiding der As-mogendheden te scheppen nieuwe Europa. Betreffende de toekomstige verhouding van ons land tot het Derde Rijk vertegenwoordigen N.S.N.A.P. en N.S.B. echter twee fundamenteel-verschillende conclusies. De N.S.N.A.P. strijdt voor een opgaan van den staat Nederland in het groot-Duitsche Rijksverband; de N.S.B. strijdt voor de zelfstandigheid van een nationaal-socialistisch Nederland, dat, naar zij hoopt, eenmaal onverbrekelijk deel zal uitmaken van de te scheppen groot-Germaansche statenbond.
Waarop baseert de N.S.N.A.P. haar standpunt? 1. Op een historisch verleden, waarin wij met de Duitschers in een staatsverband waren opgenomen; op het feit vervolgens, dat wij Neder-Duitschers zijn en, derhalve, ook Duitschers zouden zijn; 2. op de eenheid van het ras; 3. op de overweging, dat wij alléén niets meer vermogen; 4. op de uitspraak, dat het nationaal-socialisme geen exportartikel is.
Laat ons deze basis nauwkeuriger beschouwen, en zien, of de conclusie, waartoe de N.S.N.A.P. geraakte, gewettigd is.
Stellig is het waar, dat wij eens met de Duitschers in één staatsverband (welke meer een staatkundige conceptie is gebleven dan een waarachtige, levende staatkundige eenheid heeft geschapen) zijn opgenomen geweest. Evenwel: eerst nadat deze staatkundige conceptie — dit vermetel staatkundig avontuur — tot het verleden was gaan behooren, is het Duitsche volk en deszelfs eenheid ontstaan, gemaakt, gesmeed — en terecht. Parallel daaraan, en gedurende een eeuwenlange zelfstandigheid, eeuwen, waarin wij ons eigen lot bepaalden, ontstond echter ook een Nederlandsch volk. Alles wat wij cultureel en staatkundig hebben gepresteerd, hebben wij alléén
71