Het kenmerkende (ook het kenmerkende tekort) van een voorgaand geslacht was, dat het op zijn best altijd sprak van gemeenschapsbewustzijn. Het kenmerkende van de nieuwe jeugd is, dat het gemeenschapsbewustzijn zich bij haar voltooide tot staatsbewustzijn, dat de moreele deugden van het gemeenschapsbewustzijn voor haar hun bekroning vinden in die deugden welke noodzakelijk zijn voor staats-bouw, staats-vorming, staat-kunde, dat staatsbouw voor haar de eigenlijke en meest decisieve gestalte is van gemeenschapsbouw: omdat een volksgemeenschap (en evenzoo een rasgemeenschap) geen geïsoleerde, op zichzelf levende grootheid is, maar nolens volens betrokken staat in de staatkundige spanningen en krachtsverhoudingen der omringende volken (of rassen; ook de rasgemeenschap, welke meerdere zelfstandige volken omvat, vindt eerst haar hoogste bevestiging en kracht in een staatsbouw die van de rasgemeenschap de uitdrukking is). — Het kenmerkende van de nieuwe jeugd is tenslotte, dat een volksgemeenschap volgens haar niet enkel moet streven naar sociale en politieke orde (rust), maar dat zij haar bestemming moet realiseeren, dat zij streven moet naar de opperste perfectie van een volk als volk. — Met dit alles leven wij in een totaal nieuwe wereld van denken en handelen, op totaal andere fundamenten, staan wij ook voor totaal andere consequenties.
In de jonge Europeesche volken voltrekt zich iets essentieelers, iets prachtigers en eerzuchtigers dan een omwenteling naar orde en recht op sociaal-economisch en, in verband daarmee, op politiek gebied. Ook déze revoluties realiseeren zij, stellig!, maar hun bezieling, en eveneens hun krachtsontplooiïng, heeft een anderen, een
40