Uit: DE WAAG, 16 JUNI 1944, 8e JAARGANG No. 24, bladz. 379



7.

Achter elken strijd staat een idee, achter elken strijder een ideaal: een ideaal — verwerpelijk of aanvaardbaar — van recht en van orde. Elke strijd, ook die van uw tegenstander, wordt geïnspireerd door een wil tot scheppen, d.w.z.: ofwel door een wil, die een wereld, welke men goed acht, tracht te behouden, ofwel door een wil, die een nieuwe, welke men beter acht, tracht te bouwen. Steeds echter strijdt er — de onvermijdelijke onderwereld der strijdende partijen niet meegerekend — een eerlijke overtuiging, met als inzet: het eigen leven.
Respecteeren wij minstens, in elkaar, dien subjectief-goeden en offerbereiden wil.

Maar elken strijd, waarover ge u een oordeel aanmatigt, moet ge getoetst hebben op zijn beginselen. — Deedt gij zulks, — of vreest ge zulks?

8.

Elke politieke orde-wil, die niét Europeesch is van oorsprong en de wereld, en dus ook Europa, wil ordenen, is per se anti-Europeesch, — al was het slechts, omdat Europa’s wezen, en wezenlijkste, daarin geen recht kan wedervaren. Alleen Europa kent Europa, en alleen Europa kan Europa recht doen.

Een Aziatische vorm-wil, die het ordenend beginsel opstelt voor Europa, is even tegennatuurlijk, onmogelijk en onverdragelijk als een Europeesche, die dat doet voor Amerika, — dat eveneens een andere en eigen wereld is. Zoo ook een Amerikaansche vorm-wil, die zich oplegt aan Europa, of een Europeesche, die zich oplegt aan Azië.

Het nationaal-socialisme nu is een Europeesche idee, — en bepaalt zich tot Europa, — tot de éigen levensruimte.

9.

Elke politieke orde-wil, die niét nationaal (en dus vreemd) is van oorsprong en zich aan een volk oplegt, is per se anti-nationaal, — al was het slechts omdat het wezen, en wezenlijkste, van dat volk door dien vreemden wil niet verstaan wordt en dus geen recht kan worden gedaan.

Het nationaal-socialisme nu is een synthese. Een synthese van Europeesch bewustzijn en volksche zelfstandigheid, van rasgebondenheid en nationalen eigenaard, — van een socialisme dat alle Europeesche volken gemeenschappelijk onder één Leiding verwerkelijken — op de basis der volksche zelf-ontplooiing.

10.

Het socialisme evolueerde in tot nationaal-socialisme, in Azië tot bolsjewisme. Hetgeen wil zeggen: Europa, steeds een bakermat van scheppend leven, gaf het socialisme zijn reëele en levende basis (het volk) en zijn reëele en levende begrenzing (Europa); in Rusland, steeds zich aan de ruimte verliezend (in dit geval aan „de wereld”) en politiek nooit vormscheppend, verviel het socialisme tot anarchie en geweld, — de onvermijdelijke consequenties,

















aangemaakt: 19-01-2012 Copyright © 2012 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 27-10-2012