Creatief naar binnen, is de staat defensief naar buiten; hij ver­dedigt en omringt de orde, welke de gemeenschap ten koste van haar hoogste en edelste inspanningen geschapen heeft, met het fonkelend dreigement van zijn wapenen, te land, ter zee, in de lucht. De staat is de uitdrukking van het bewustzijn, dat een inwendig geordende volksgemeenschap niet alleen macht behóeft, om zich te handhaven, doch ook een macht is, die, juist omdat zij macht is, haar vijanden heeft die geen nieuwe machtsformaties dulden.
     Gemeenschapsopbouw was voor het nationaal-socialisme van meetaf staatsopbouw. Sociaal denken was voor het nationaal-socialisme van meetaf staatkundig denken. Het liet zich door geen phraseerende pacifisten zand in de oogen strooien. Het kende de bittere realiteit van het Recht op deze wereld. Het weigerde het eerlooze ,,recht van den sterkste’’, doch het erkende de noodzaak van een sterkst gewapend Recht. Recht zonder macht is niet anders dan de macht (en het recht) van het onrecht. Het volgde met klaar­zienden blik, fel, waaks, jong, dynamisch, het schaakspel der wereld-politieke machten. Het socialisme, droomend van een utopische toekomst, en verstrikt, aan handen en voeten gebonden tenslotte door een eerloos heden, stond hier buiten, argeloos, blind, defaitistisch. In het nationaal-socialisme is het gemeenschaps­bewustzijn van kind man geworden; het heeft vaarwel gezegd aan de onwereldsche illusies die eens kinds zijn, om de wereld te aanvaarden zooals deze is, en in en met die wereld, en bepaald (ook beperkt) door die wereld, een schoone, sterke, rechtvaardige orde te creëeren. De schoonheid dezer wereld is van een andere (harder, mannelijker) orde dan de bleeke najaarsdroomen der voor de wer­kelijkheid beduchten (en weldra daarin verstrikten).

HENRI BRUNING
















aangemaakt: 17-07-2012 Copyright © 2012 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 18-07-2012