lijst De Paal
vorige bladzijde



vorige bladzijde cheren) de beweging der jonge katolieken slechts gerechtvaardigd als een beweging van ,,béteren” van ,,superlatieven”: van artisten die kreatief (op hún terrein) meer wilden (tot meer gedreven en gedwongen werden) dan het weinige waartoe wij verplicht zijn; al was het alleen maar om het recht te hebben van anderen (op hun terrein) ook meer dan het lauwe van het strikt noodzakelike te kunnen eisen. Maar het was bij hem een nóódzaak, een gedrévenheid: hij moèst meer en beter zijn; over het strikt noodzakelike werd nauweliks gedacht — waar reeds het hele katolieke leven dat hij om zich waarnam zo godverlaten leeg, verbitterend en zonder uitzicht was JUIST OMDAT geen meer dan het strikt noodzakelike deed.


Wat zullen wij, na deze zin die reeds jaren het einde voorspelde, het definitief losscheuren van dat eerste, rechte en oprechte branden, het overboord gooien van wat aanvankelik de inzet was — wat zullen wij, als zijn strijdgenoten van eens, tans, nu de zes jaren die verstreken niets wézenliks veranderden — noch mentaal, noch kreatief — anders en beter doen dan nogmaals onze hand op het glanzend geslepen zwaard der Liefde leggen dat Rob de Wilt eens uit de schede trok — en lachen over het vonnis, het oordeel en de mening der velen zoals hij deed, deze onverbiddelike, deze tedere en ernstige, deze wilde en onstuimige, deze dwaze nar, die onder een daverend lachsalvo de meningen der velen begroef. Hij groef zich — ver, oneindig ver van uw oordeel over hem — een gang naar het Licht, en hij had vertrouwen. — Ook wij graven ons een gang naar het Licht, en zullen de berg laten springen als onze houwelen breken: dwarsdoor u, grijze, harde steenrots van onverschilligheid, gaat onze weg.


Want ach! hoe leerden wij ook de waardeloosheid van uw oordeel! Want het was juist ZIJN artiekel dat de ,,deur dicht deed”; het was juist zijn artiekel dat het laatste greintje vertrouwen in ons bij de heren-van- de-mening doodde; het was juist zijn artiekel waarom wij voor onkatoliek, liefdeloos en verziekte Bloy-epigonen werden uitgekreten. Toen hij verdwenen was (en verdwenen bleef) bleek hij plotseling (nu ook voor u, o heren-van-de-vlottende-mening) de meest evenwichtige, de meest besliste, de oprechte en ernstige katoliek te zijn. En men korrigeerde zich; men korrigeerde zich haastig! Hij die een protest schreef dat heden ten dage, weer en nog, als het opnieuw werd geschreven, met hetzelfde vuil zou besmeurd worden; hij was plotseling de felste en oprechtste Valbijler, de meest onverdachte katoliek van de groep. Zijn artiekel mocht dan een vergissing zijn geweest — toen hèt (en vooràl: toen HIJ) VOORBIJ was, begréép men en vergàf men. Maar men begrijpt en vergeeft — maken wij ons geen illuzies — zolang als het zich niet herhaalt. Herhaalt het zich dan zijn wij het ,,slachtoffer van onszelf”.
En toch: reeds tóen schreef hij (wat eerst jaren later van een enkele onzer in waarheid kon gezegd worden) uit het grote rijke hárt van het katolisisme, uit een diepe, harde en heldere stilte; reeds tóen had hij verder geleefd dan een van ons die nog met en om het bezit van het katolisisme vochten.
Zodat wij de heren-van-de-vlottende-mening helaas niets anders kunnen zeggen dan dat wij niets anders wensen dan in zijn ,,vergissing” te hervallen: en dat wij ons verhéugen in de sterkende zeker- volgende bladzijde

14






















lijst De Paal
volgende bladzijde



aangemaakt: 18-07-2013 Copyright © 2013 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 29-07-2013