lijst De Paal
vorige bladzijde


HENRI BRUNING N A J A A R

Het werd niet droever dan het vroeger was.
De uren donkerden; en woeste regenvlagen
striemden de blaadjes naar het koude gras.
Zoo vaak doorstond het hart dit zwart en herfstig waaien.



Laat zonlicht speelt des daags in dunre kruinen.
De korte, stille dagen, de mat glazen dagen
glijden onhoorbaar over leege tuinen —
klaar en verlaten zijn ze als het laatste vragen.

Eenzame cantilenen weenen nu de bekkens,
waar ’t water koud en helder nederstroomt
en aan de rode, rotte blaadjes daarin zacht blijft lekken —
een samenspraak, die ’t moedigst hart verloomt.



Het wintert. ’t Winterde altijd. ’t Hart huiverde —
Ook in zijn schoonste zomer bleef het doelloos dwalen.
Het was àl wachten — waarop? en zich naakter zuiveren —
Nu zijn de schoonste dooden al zoo láng begraven. . .































lijst De Paal



aangemaakt: 28-07-2013 Copyright © 2013 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 28-07-2013